
Bouter, Etienne de
Hij werd geboren op 5 augustus 1919 in Rotterdam als zoon van Etienne François Marie de Bouter (1889-1966) en Willemina de Vries (1893). Een paar jaar later kreeg hij een zusje, Willemina. Etienne wilde spanning en avontuur in zijn leven. Op 10 augustus 1938, net 19 jaar, vertrok hij vanuit Rotterdam met motorschip Indrapoera naar Batavia, waar hij aankwam op 8 september. Hij had zich voor vijf jaar verbonden aan het Korps Koloniale Reserve van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Zijn vijf jaar diende hij niet uit. Op 23 augustus 1939 kwam hij aan in Amsterdam, eervol ontslagen ‘wegens lichamelijke ongesteldheid niet ontstaan in en door den dienst’. Hij begint een ambtelijke loopbaan bij de PTT.
En dan breekt op 10 mei 1940 de oorlog uit. Gaandeweg de bezetting ontstond er steeds beter georganiseerd verzet tegen de Duitse overheersing. Niet alleen Etienne, ook zijn vader, Etienne senior, sloot zich daarbij aan. De vader werkte als stuwadoor bij een groot scheepvaartkantoor en was actief bij Zeemanspot, een verzetsorganisatie die gedurende de bezetting financiële steun verleende aan families van buitengaats verkerende Nederlandse zeelieden. Duizenden gezinnen van koopvaarders en van personeel van de marine werden ondersteund. De Duitsers kregen Etienne sr. in het vizier. Hij werd, met drie verzetscollega’s, op 21 december 1943 in Rotterdam gearresteerd en kwam via de concentratiekampen Vught, Dachau en nevenkampen van Natzweiler en Dachau uiteindelijk weer terecht in Dachau. Etienne sr. werd daar op 29 april 1945 door Amerikaanse troepen bevrijd.
De ene inval op de andere volgde
Etienne jr. zette na de arrestatie van zijn vader zijn werk binnen LKP-Rotterdam onverminderd voort. Uit veiligheidsoverwegingen werd er steeds een andere locatie gekozen voor het hoofdkantoor van de LKP. Eind januari 1945 was het hoofdkantoor gevestigd aan de Oudedijk in Rotterdam-Kralingen. Op 3 februari deed de Sicherheitspolizei een inval in dat hoofdkantoor. De LKP’ers die daar op dat moment waren, wisten te ontsnappen, maar bij hun vlucht konden ze niet alles meenemen. Een belangrijk deel van het archief, een koffer met mappen, kwam in handen van de Duitsers. De Sicherheitspolizei had ineens de beschikking over tal van gegevens aangaande het Rotterdamse verzet. In de dagen daarna volgde de ene inval op de andere, waarbij wapens in beslag werden genomen en diverse verzetsmensen werden gearresteerd. Alleen al op 7 februari werden invallen gedaan op vijftien adressen, ook bij Etienne jr., thuis aan de Essenburgsingel in het Nieuwe Westen van Rotterdam. Hij deed gewoon open toen er werd aangebeld. Was hij er zo van overtuigd dat zijn verzetswerk onzichtbaar was gebleven? Hij werd ter plekke gearresteerd en moest direct mee naar het hoofdbureau van politie. De volgende dag, donderdag 8 februari, werd hij overgebracht naar het Oranjehotel in Scheveningen en opgesloten in cel 641.
De arrestatie was het directe gevolg van een inval op de zaterdag ervoor in het hoofdkwartier van de LKP-Rotterdam (Landelijke Knokploegen). Etienne jr. was aangesloten bij deze verzetsorganisatie. Hij werkte voor de Inlichtingendienst en maakte vanaf 1944 deel uit van de Rotterdamse knokploeg ‘Evert’ onder leiding van Piet Stenstra. Hij hield zich bezig met hulp aan onderduikers en hun gezinnen, zorgde voor valse persoonsbewijzen en had de leiding bij wapentransporten. En zo kwam Etienne de Bouter jr. op de lijst van ‘Todeskandidaten’ van het hoofd van de Sicherheitsdienst Herbert Wölk voor de vergeldingsactie in Heinenoord.
Wat gebeurde er op zondag 18 februari 1945?
In de vroege ochtend gingen enkele celdeuren van het Oranjehotel open en tien mannen, onder wie Etienne de Bouter, werd toegesnauwd dat ze moesten ‘mitkommen’.
De mannen werden een vrachtwagen ingeduwd, op weg naar Heinenoord. Ter hoogte van de Oud-Heinenoordseweg, werden de tien de vrachtwagen uitgejaagd en geboeid op een rij gezet. Een van hen schreeuwde in doodsnood ‘Moeder’! Geweerschoten maakten een einde aan hun leven.
De terechtstelling was een vergelding voor de liquidatie, een dag eerder, van de NSB-burgemeester Marinus Adrianus Simonis van Nieuw-Beijerland op de plek waar de tien werden terechtgesteld, en waar nu het monument ‘Moeder’ staat.
Etienne de Bouter, 25 jaar oud, werd begraven in een gezamenlijk graf op de Algemene Begraafplaats in Heinenoord en op 13 juli 1945 herbegraven op de R.K. Begraafplaats St. Laurentius in Rotterdam; zijn graf is inmiddels geruimd.
Zijn familie is enige tijd in onzekerheid gebleven over zijn lot maar kreeg op 4 juli 1945 duidelijkheid. Hij was gefusilleerd te Heinenoord. De familie De Bouter betaalde een hoge prijs voor haar verzetswerk. De vader, die pas sinds 26 mei weer thuis was, moest na de verschrikkingen van de concentratiekampen ook nog het leed over de dood van zijn zoon torsen.
De naam van Etienne de Bouter jr. en zijn nagedachtenis leven voort:
- Monument ‘Moeder’ onder Heinenoord
- De Erelijst van Gevallenen 1940-1945 – Hal van de Tweede Kamer
- In Rotterdam-Prinsenland kwam er in 1991 een Etienne de Bouterstraat, ter herinnering aan zijn verzetswerk
Bronnen
- Dekker, Loek e.a., Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945 (Heinenoord 2015)
- Brand, Simon M., Het verzet in de Hoeksche Waard (Strijen 1976)
- Brand, Simon M., Het verzet in de Hoeksche Waard II (Strijen 1995)
- Museum Hoeksche Waard, De tien van ‘Moeder’ (MHW 004-2021)
- Oosthoek, Albert, Uit Trouw geboren, Illegaliteit in Oud-Beijerland (Oud-Beijerland 1995)
- Oosthoek, Albert, Nieuw licht op liquidaties, Knokploegen in Rotterdam 1944-1945 (Soesterberg 2015)
- Pauw, J.L. van der, Guerilla in Rotterdam, De paramilitaire verzetsgroepen 1940-1945, ’s-Gravenhage 1995
- Weber, E.P., Gedenkboek van het Oranjehotel (Aspekt 2016)
- https://digitaalmonument.oranjehotel.org/nl/person/1640692123/etienne-de-bouter/
- https://oorlogsgravenstichting.nl/personen/18840/etienne-de-bouter
laatst bijgewerkt: 5 januari 2025