Skip to main content

Duvaloois, Henderik

Duvaloois werd geboren in Rotterdam op 1 september 1912 als zoon van Marinus Josephus Duvaloois (1881-1956) en Alida Cornelia Prenger (1888). Zijn ouders trouwden op 8 november 1911 in Rotterdam en Henderik groeide op met 3 jongere broers en een jongere zus in Rotterdam.

Hij trouwde op 9 maart 1938 met Wilhelmina Josephina van Seeters (1914). Ze kregen twee kinderen, Willy en Rien. 

Henderik was conciërge op de Ambachtsschool Hillevliet in Rotterdam. Soms viel hij in als leraar timmeren. Het gezin woonde in de Schildstraat, vlakbij de school. Voor de oorlog maakte hij tevens als pelotonscommandant deel uit van de Vrijwillige Landstorm, een organisatie van gewapende burgers, die het reguliere leger moest ondersteunen.

Wapentransport met de kinderwagen

Medio 1944 sloot Henderik zich aan bij de groep van Rien van der Stoep. Hij gaf wapeninstructie in zijn eigen woning, wat inhield dat er wapens moesten worden aan- en afgevoerd. Hier kwam zijn vrouw Wilhelmina in beeld, die haar kinderwagen inzette voor wapentransporten. Onder de bodem was een afgesloten vak gemaakt, waar de wapens in konden worden verborgen. Kinderen erbovenop en Wilhelmina kon op pad voor weer een riskante wandeling. Ze hadden ook onderduikers in huis, soms wel vijf of zes tegelijk, meestal voor korte tijd, op doorreis naar elders. Wilhelmina had het er druk mee; er waren diverse schuilplaatsen, van de linnenkast tot en met het kolenhok. Er was natuurlijk ook grote behoefte aan voedselbonnen en valse identiteitsbewijzen. Zij had het geluk in de buurt van een bakkerij te wonen, Van der Meer & Schoep, waar regelmatig grote balen meel werden afgeleverd. Niemand merkte het als er af en toe een baal meel verdween naar huize Duvaloois.

Voedselbonnen waren onontbeerlijk om (karig) eten te kunnen kopen. Zij werden uitgereikt per persoon, maar dan wel aan officieel bestaande personen. Wie onderduikers in huis had, zat dus met een probleem. Het verzet overviel daarom regelmatig distributiekantoren.

Overval op het distributiekantoor/postkantoor op het Afrikaanderplein

Een van de grootste overvallen werd op 8 augustus 1944 uitgevoerd op het distributiekantoor/postkantoor op het Afrikaanderplein, door de knokploeg Rotterdam Zuid, onder leiding van Rien van der Stoep.  De knokploeg was getipt door een directielid van het distributiekantoor. Hij wist wanneer de bonnen zouden worden afgeleverd en een overval, dus de hoogste opbrengst zou kunnen halen. Het resultaat was spectaculair: 39.099 bonkaarten, 40.515 toeslagkaarten, 1185 rantsoenkaarten en 639.839 rantsoenbonnen. En passant konden de overvallers ook nog vier pistolen meepakken. De buit werd per bestelauto afgevoerd, de overige KP’ers vertrokken per fiets. Binnen 16 minuten was de klus geklaard. Het was een gevaarlijke missie geweest. Met een beperkt groepje hadden zij 70 personeelsleden in bedwang moeten houden. Per ongeluk hadden ze ook bonnen meegenomen voor melkverstrekking aan aanstaande en zogende moeders. Dat wilden de mannen niet op hun geweten hebben en dus werden de bonnen keurig apart gelegd en terugbezorgd

De conciërge van het distributiekantoor op het Afrikaanderplein in Rotterdam-Zuid was er beduusd van. Een paar mannen zetten onverhoeds vier plunjezakken met voedselbonnen bij de deur en vertrokken ijlings. ‘Cadeautje voor je baas’, riepen ze nog en weg waren ze. Henderik Duvaloois was aangesloten bij deze knokploeg, al is niet zeker of hij aanwezig was bij deze overval.

Op 2 januari 1945 werd Henderik opgepakt door de politie, verdacht van diefstal. Hij werd op 4 januari 1945 vrijgelaten. De politie/SD hield hem kennelijk in de gaten want op 13 februari 1945 gebeurde wat iedere verzetsman of -vrouw continu boven het hoofd hing. De SD stampte het huis in de Schildstraat binnen en nam Henderik Duvaloois mee. Hij kon nog net een pistool, dat hij op het moment van de inval in zijn hand had, achter de kachel gooien, maar dat mocht niet baten. Hij moest mee naar het Haagseveer. Vervolgens kwam hij terecht in het Oranjehotel.

Wat gebeurde er op zondag 18 februari 1945?

In de vroege ochtend gingen enkele celdeuren van het Oranjehotel open en tien mannen, onder wie Henderik Duvaloois werd toegesnauwd dat ze moesten ‘mitkommen’.

De mannen werden een vrachtwagen ingeduwd, op weg naar Heinenoord. Ter hoogte van de Oud-Heinenoordseweg, werden de tien de vrachtwagen uitgejaagd en geboeid op een rij gezet. Een van hen schreeuwde in doodsnood ‘Moeder’! Geweerschoten maakten een einde aan hun leven.

De terechtstelling was een vergelding voor de liquidatie, een dag eerder, van de NSB-burgemeester Marinus Adrianus Simonis van Nieuw-Beijerland op de plek waar de tien werden terechtgesteld, en waar nu het monument ‘Moeder staat.

Henderik Duvaloois werd begraven in een gezamenlijk graf op de Algemene Begraafplaats te Heinenoord en op 15 augustus 1945 met militaire eer herbegraven op de Algemene Begraafplaats Crooswijk te Rotterdam. Op 9 april 1963 werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar het Nationaal Ereveld in Loenen.

Een ingewikkelde zoektocht naar het verleden

Vermoedelijk werd Duvaloois verraden, maar wie daarvoor verantwoordelijk was, is nooit achterhaald. Er waren wel geruchten en beschuldigende vingers, maar bewijzen zijn niet gevonden. Dit maakt maar weer eens duidelijk hoe ingewikkeld een zoektocht naar het verleden tientallen jaren later is. Een verleden bovendien, dat zich afspeelde in de schemerzone van het verzet. Veel verzetsmensen die de oorlog overleefden, spraken nooit meer over die periode. Zij hadden hun leven op het spel gezet uit idealisme of andere motieven, ze hadden natuurlijk ook fouten gemaakt. Daar werd na de oorlog soms zeer kritisch over geoordeeld. 

Ook de liquidatie van burgemeester Simonis door de Knokploeg Zinkweg, heeft nadien veel vragen opgeroepen. Dat maakte misschien ook dat oud-verzetsmensen er veelal het zwijgen toe deden, al was het maar uit loyaliteit tegenover hun kameraden. En uit een afkeer van borstklopperij. Dat had ook tot gevolg dat de rol van vrouwen, die vaak als koerierster buitengewoon gevaarlijk werk deden, lang onderbelicht is gebleven.

Aangezien ook Duvaloois’ vrouw zich niet onbetuigd had gelaten met haar kinderwagen en de onderduikers, liep ook zij gevaar. Zij kreeg een waarschuwing uit een wel heel onverwachte hoek. Na de arrestatie van haar man kwam een van de Duitsers terug om duidelijk te maken dat het verstandig zou zijn als het gezin uit de Schildstraat verdween. En zo vertrok Wilhelmina Duvaloois op 17 februari met haar twee kinderen en een handkar naar Schiedam, waar zij onderdak vond in het Witte Dorp. Een dag later werd haar man gefusilleerd en dat hoorde ze via via al vrij snel.

De naam van Henderik Duvaloois en zijn nagedachtenis leven voort:

  • Monument ‘Moeder’ onder Heinenoord

Bronnen

laatst bijgewerkt: 5 januari 2025