Skip to main content

Bobbe,  Sientje

Sientje werd geboren op 27 december 1887 in Den Haag, als dochter van Eliazar Bobbe (1845-1892) en Klaartje Turksma (1852-1891). Zij was het tiende kind van het dertien kinderen tellende gezin. Sientje bleef ongehuwd en verdiende als thuisnaaister haar boterham. Ze woonde in Den Haag en had een kamer bij Machiel Izaak Walg (1861-1942) en zijn vrouw Elisabeth van Straten (1864 – 1942). Daar woonde ook Joseph Wolf. Zij kende hem omdat haar broer Mozes Bobbe (1872-1943) was getrouwd met Grietje Poons (1871-1919), een zuster van Naatje Poons, de echtgenote van Joseph Wolf

Veel familieleden van Sientje werden in het tweede halfjaar van 1942 opgepakt en gedeporteerd naar Westerbork en verder naar het oosten. 

Sientje probeerde aan deportatie te ontkomen en via een Haagse verzetsorganisatie kon ze onderduiken bij Piet Bouwman en zijn vrouw in Strijen. Ton Vermeulen, van een Haagse organisatie, bracht Sientje en Joseph Wolf eind  oktober 1942 naar zijn zwager en schoonzus Piet en Aagje Bouwman op het gemaal ‘Overwater’ in Strijen.

Daar zouden ze veilig zijn. 

Helaas, het noodlot sloeg toe. De Haagse verzetsorganisatie werd opgerold en verschillende onderduikadressen werden bekend. En zo wisten ze dat Sientje en Joseph Wolf in Strijen te vinden waren. Op 21 juni 1943 stonden twee SD-agenten voor de deur bij Piet Bouwman. Tot hun verbazing konden ze niet alleen Sientje en Joseph meenemen maar ook de eveneens ondergedoken Ruben van Coevorden, zijn vrouw Sophia en zus Rebekka. Ook werd Piet Bouwman gearresteerd. Onder toezicht van de SD-agenten gingen de vijf Joodse mensen en Piet Bouwman met de tram naar Rotterdam en van daaruit verder naar Leiden. Piet Bouwman werd naar Kamp Vught overgebracht en Sientje en de vier anderen werden op transport gesteld en kwamen via Amsterdam in Westerbork aan. Ze verbleven in Barak 97, oorspronkelijk een lokaal van het schooltje, maar door de grote toestroom in 1943 werd het leslokaal als slaapbarak gebruikt. Sientje wachtte in de Barak met Joseph Wolf, Ruben, Sophia en Rebekka van Coevorden op het onvermijdelijke. Op  29 juni 1943 vertrok hun trein naar Sobibor en direct na aankomst op 2 juli 1943 werd Sientje Bobbe vergast.

Sientje Bobbe mocht 55 jaar oud worden en een massagraf werd haar deel.

Zeven broers en zussen van Sientje, met hun kinderen en hun gezinnen, vonden de dood in de periode ‘42-’43, omgekomen in Auschwitz en Sobibor. Zo werd een grote familie bijna geheel weggevaagd.

Vergeten is Sientje Bobbe niet, haar naam en gedachtenis leven voort op:

  • Nationaal Holocaust Namenmonument, Amsterdam

Bronnen

Laatst bijgewerkt 9 januari 2025