
Neuengamme
Het concentratiekamp Neuengamme dicht bij de stad Hamburg, een oord van verschrikking tijdens de oorlogsjaren, was het grote centrale concentratiekamp van Noord-Duitsland met meer dan tachtig buitenkampen. In 1938 was Neuengamme nog een buitenkamp van het concentratiekamp Sachsenhausen, ingericht om gevangenen in de steenfabriek van de SS uit te buiten en werd vanaf 1940 een zelfstandig concentratiekamp. Vanaf 1942 werden de gevangenen voornamelijk ingezet bij de productie van wapens of bij het puinruimen.
In Neuengamme zaten ongeveer 106.000 personen van vele nationaliteiten gevangen, krijgsgevangenen, gijzelaars, verzetsmensen, Joden, Sinti en Roma, homoseksuelen en Jehova’s getuigen. In het hoofdkamp werden de meeste mensen, afkomstig uit zo’n 28 landen, opgevangen. De rest ging naar de zogenaamde buitenkampen die bestuurlijk gezien onder Neuengamme vielen. Het kamp bezat geen gaskamers of vergelijkbare methoden om mensen massaal van het leven te beroven. Desondanks stierven er 55.000 mensen door ontberingen, zoals epidemieën en gebrek aan voedsel. Uit ons land kwamen ruim 6600 Nederlandse mannen en 300 Nederlandse vrouwen om het leven. Dagelijks werden de gevangenen geconfronteerd met de dood, door slechte hygiëne, het ontbreken van medische zorg en zware werkomstandigheden.
Het was overvol in het kamp en drie mensen moesten een bed delen, wassen was beperkt mogelijk en honger domineerde gedrag en denken van de gevangenen. Als beloning voor extra inspanning werd wel een ‘belegde boterham’ uitgedeeld, maar meestal bleef het bij ‘dunne soep’ en droog brood.
Naar Neuengamme werden ruim 5.500 Nederlanders gedeporteerd, onder wie 300 vrouwen, honderden vroeg in de oorlog gearresteerde communisten, anti-Duitse politiemensen en 661 mannen van de vergeldingsrazzia van Putten. Van deze Nederlanders overleefden slechts 600 mensen het kamp.
In april begon de evacuatie van het hoofdkamp. Duizenden gevangenen uit Neuengamme en de buitenkampen gingen naar opvangkampen, zoals Wöbbelin en Sandbostel. Daar werden ze aan hun lot overgelaten. De gevangenen stierven massaal door honger en infectieziektes, onder wie Anton de Krom op 24 april 1945 en Willem van Heesen op 25 april 1945. Zij stierven met de bevrijding in zicht.
In Neuengamme werden de dossiers verbrand en de barakken van stro en afval vrijgemaakt. De laatste gevangenen verlieten een opgeruimd kamp. Een paar uur later waren er de eerste Britse soldaten.
Bevrijding
Op 3 mei 1945 werden alle bewoners van Neuengamme in schepen geladen en achtergelaten in de baai van Lübeck. Op deze manier probeerden de nazi’s het bewijs dat het concentratiekamp had bestaan te verdoezelen. De geallieerden, die de schepen aanzagen voor troepentransportvaartuigen, brachten de schepen tot zinken. Hierbij kwamen naar schatting 7.000 tot 8.000 mensen om het leven. Velen die de oever wisten te bereiken werden door de SS alsnog neergeschoten.
Op 4 mei 1945 werd het kamp door de geallieerden bevrijd.
De geschiedenis. Het monument ‘De razzia van Putten’ in Neuengamme (deelstaat Hamburg) is opgericht ter nagedachtenis aan de razzia van 2 oktober 1944, waarbij 659 Puttense mannen vanuit de Oude Kerk werden weggevoerd naar concentratiekampen. Van hen hebben 552 mannen de Tweede Wereldoorlog niet overleefd.
Bronnen
- Krake, Frank De laatste getuige (2020)
- Brochure “Overlevensstrijd, gevangenen onder de SS heerschappij. Het concentratiekamp Neuengamme 1938-1945” bij de permanente tentoonstelling van de concentratiekamp gedenkplaats Neuengamme.
- Deel 16, “Concentratiekamp Neuengamme 1938-1945”, van “Hamburg Portret” van het Museum van de Hamburgse geschiedenis.
- https://www.vriendenkringneuengamme.nl/neuengamme/in-het-kamp/
- https://www.kz-gedenkstaette-neuengamme.de/fileadmin/user_upload/Kurzinfos/KZGNG_Nederlands.pdf
Laatst bijgewerkt 7 april 2025