
Boers, Pienas Levie
Hij werd geboren op 21 april 1895 te Oud-Beijerland als zoon van Salomon Boers (1848-1920) en Henrietta Hartogs (1850-1925). Pienas groeide op met vier broers en een zus. Het gezin woonde aan de West-Voorstraat 12 en vader Salomon was voorzitter van de Israëlitische gemeente in Oud-Beijerland.
Pienas, leerlooier van beroep, trouwde op 19 april 1939 in Doetinchem, met Emilia (Millie) Beer (1905), geboren in Zablocie/Krakau Polen en betrok het pand Prins Hendrikstraat 21 (later 25) in Oud-Beijerland.
Tommy Beer, een neefje van Millie, geboren in Eggenberg, Oostenrijk, vond onderdak bij hen. Pienas had met zijn broers David en Simon hadden een huidenverwerkingsbedrijf aan de Ooststraat.
Nichtje Jet Boers, dochter van zijn broer David, gaf gehoor aan haar oproeping om zich te melden bij Loods 24 in Rotterdam en daarop besloten Pienas, zijn vrouw met neefje Tommy Beer onder te duiken. Ze vertrokken naar Apeldoorn waar ze onderdak vonden op het adres Arnhemseweg 65.
Zijn broer David, de vader van Jet Boers, met diens vrouw en zoon vonden ook een onderduikadres in Apeldoorn en wel op de Auroralaan nummer 31.
Onderduiken en de gevaren
Herman Gerrit Berends van Loenen (1876, Apeldoorn) en zijn vrouw Bernardina Cornelia Jacobs (1870, Amsterdam) die hun woning aan de Arnhemseweg 65 tot een onderduikadres maakten, namen de Joodse Pienas en Millie Boers en hun neefje Tommy Beer in huis evenals Meijer Heijman met zijn vrouw, zoon Sally en moeder. De onderduikers kenden elkaar en Tommy en Sally, beiden even oud, werden al snel vriendjes en speelkameraadjes.
Het was voor het echtpaar Berends van Loenen een groot risico om de twee jonge kinderen, in combinatie met nog zes volwassenen onderduik te verlenen.
De Duitsgezinde buurvrouw, echtgenote van de huisarts van het echtpaar Berends van Loenen, wist dat er acht Joden in het huis van de buren zaten en schroomde niet om de onderduikers te verraden. Daarvoor had ze een persoonlijk motieven, zo bleek uit de verhoren na de oorlog.. De rechtbank veroordeelde haar in 1949 tot een geldboete van 3 x f. 7,00 en tot vier jaar tewerkstelling.
Herman Berends van Loenen en Pienas Boers en de 7 onderduikers werden opgepakt op 5 december 1942 en overgedragen aan de Sicherheitsdienst (SD) in Arnhem. Berends van Loenen werd overgebracht naar het Huis van Bewaring en de acht Joden werden op transport gezet naar kamp Westerbork.
Marcus Hamme schrijft in zijn laatste brief aan zijn vrouw, dat: ‘Pienas nog mag blijven in het kamp’. In de allerlaatste regel schreef hij: ‘Millie (…) Tommie gaan ook mee’.
Het gezin Boers ging dus toch op 13 juli 1943, met hetzelfde transport als Marcus Hamme, naar Sobibor. Op 16 juli 1943 eindigde het leven van Pienas Levie Boers (48 jaar oud) in de gaskamer, evenals het leven van zijn vrouw, neefje en Marcus Hamme.
Vergeten is Pienas Levie Boers niet, zijn naam en nagedachtenis leven voort op:
- Het Joods monument aan de Bierkade in Oud-Beijerland
- Ter herinnering aan de familie Boers is er het Boerserf in Oud-Beijerland
- Nationaal Holocaust Namenmonument Amsterdam
Bronnen
- Berg, Alie van den, Het joods verleden van Oud-Beijerland, Historische Vereniging Oud-Beijerland (2008)
- Dekker, Loek e.a., Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945 (Heinenoord 2015)
- https://www.hvobl.nl/2024/06/04/publicatie-joodse-bezittingen/ (Historische Vereniging Oud-Beijerland)
- https://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/9a2d1f78-94c3-4852-9508-d9c3032bcb99
- https://www.gedenkstenen-apeldoorn.nl/nieuws/arnhemseweg-65-1 Gedenkstenen Joods Apeldoorn
laatst bijgewerkt: 12 februari 2025