Skip to main content

Zwarenstein, Bertha

Zij werd geboren op 15 november 1911 als dochter van Pinas Zwarenstein (1870-1942) en Kaatje Zwarenstein-Zwarenstein (1876-1942). Haar ouders trouwden op 29 juni 1905 en kregen vijf kinderen. Bertha en haar zus Corrie bleven ongetrouwd en hielpen thuis in de huishouding en in de winkel. Vader Pinas was horlogemaker en goudsmid en beroep en hij bracht zijn waren aan de man buiten het dorp met paard en wagen. Bertha, haar moeder Kaatje en Corrie runden het winkeltje.

Het rustige leven van Bertha en haar familie werd wreed verstoord door het uitbreken van de oorlog. Ze werd verplicht een jodenster te dragen en in haar persoonsbewijs moest een J gestempeld worden. Bertha Zwarenstein kreeg als een van de eerste in het dorp de ‘oproeping voor werkverruiming in Duitschland’ en ze moest zich op 14 augustus 1942 melden bij Loods 24 te Rotterdam. Ook haar zus Corrie kreeg een dergelijke oproeping.

Zij lieten hun ouders achter in Strijen en verlieten het dorp met de tram naar de Rosestraat in Rotterdam. Van daaruit liepen ze naar Loods 24 aan de Entrepotstraat: de verzamelplaats voor Joden op weg naar een onbekende bestemming. De trein bracht Bertha naar Hooghalen in Drenthe en na een voettocht van vijf kilometer bereikte ze Kamp Westerbork

In het kamp zag ze de familie Rood uit Oud-Beijerland nog. Bets Rood-den Hartog schreef aan bekenden: we zijn in gezelschap van ‘de meisjes uit Strijen’.

Bertha, in gezelschap van haar zus Corrie, vertrok op maandag 17 augustus 1942 met de trein naar Auschwitz. Zij leefde nog zes weken in het kamp en op 30 september kwam er een einde aan haar leven in de gaskamer van Auschwitz. Zij werd 30 jaar.

Vergeten is Bertha Zwarenstein niet, haar naam en nagedachtenis leven voort op:

  • Het Joods monument 1940-1945 ‘Nooit weer’, Strijen 
  • Een Stolperstein met haar naam ligt voor het pand Kerkstraat 26 (voorheen 35)
  • Nationaal Holocaust Namenmonument, Amsterdam

Bronnen

laatst bijgewerkt: 13 februari 2025