Skip to main content

Zwarenstein, Jacob

Hij werd geboren op 6 maart 1877 te Numansdorp als zoon van Sander Zwarenstein (1831-1881) en Truitje Elzas (overleden in 1913). Sander en Truitje trouwden 18 augustus 1868 en woonden in Numansdorp. Zij kregen samen zes kinderen, waarvan er slechts drie de volwassen leeftijd bereikten: Jacob en zijn oudere zussen Mietje en Antje.

Vader Sander was eerder getrouwd geweest met Johanna Hijman uit Klaaswaal, maar zij overleed op jonge leeftijd. Uit dit huwelijk werden tien kinderen geboren, van wie slechts drie jongens de volwassen leeftijd bereikten. Zo ontstond er een samengesteld gezin van zes kinderen waarvoor Sander en Truitje de zorg hadden.

Toen Jacob nog maar vier jaar oud was, overleed vader Sander en zo stond moeder Truitje er alleen voor met haar kinderen en stiefkinderen.

Jacob en zijn zus Antje woonden samen in het pand Voorstraat 28 in Numansdorp. Zij leefden sober naar Joodse wetten, deden geen onnodige uitgaven: het waren uitgekookte kooplui.

Halfbroer Benjamin, veehandelaar, was sinds 1896 eigenaar van de ‘Jodenstee’ op Schuring en hij verhuurde de ‘Jodenstee’ met boomgaard aan de maatschap Zwarenstein-Biesheuvel. Benjamin woonde in Rotterdam omdat hij een vaste band met een synagoge wilde hebben en dat kon niet in Numansdorp. Benjamin overleed in 1928 en zijn Heintje vrouw erfde de ‘Jodenstee’. Ze verhuisde in 1929 eerst naar haar broer Antwerpen, die haar financieel uitkleedde, vervolgens vertrok ze naar haar broer in Nijmegen. Weduwe Heintje zag zich genoodzaakt de ‘Jodenstee’ met een zware hypotheek te belasten en in 1941 overleed zij. Jacob was de enig overgebleven vertegenwoordiger van de familie en verantwoordelijk voor de ‘Jodenstee’.

Oorlog

Het rustige leven werd vanaf 10 mei 1940 wreed verstoord. Er kwamen allerlei regels en verboden en met name de Joden moesten het ontgelden. Vanaf augustus 1942 begonnen de Duitsers met het deporteren van Joden, zogenaamd naar werkkampen. Jacob en Antje zullen gedacht hebben: daarvoor zijn wij te oud – ze zullen ons wel met rust laten.

Maar de nazi’s waren niets ontziend en waren uit op uitroeiing van het Joodse volk, ook in Numansdorp.

Op 5 november 1942 stonden de mannen van de Sicherheits Polizei (SD) voor de deur. Jacob werd gearresteerd, evenals zus Antje en dorpsgenoot Nardes Morisco. Zij werden per tram afgevoerd naar Rotterdam.

Jan de Zeeuw, zoon van burgemeester De Zeeuw van Numansdorp/Klaaswaal en zijn moeder gingen naar Jacob en Antje toe, op het moment dat de SD’ers in huis waren. Mevrouw de Zeeuw ging tussen Jacob en Antje zitten en snauwde de SD’ers toe: ‘Kom er maar eens aan, als je durft’. Helaas, moeder en zoon De Zeeuw werden de kamer uitgesmeten. Datzelfde lot onderging ook huisarts dr. Woltjer, die even later binnenkwam.

Ooggetuige Kor van Prooyen kon zich het vertrek nog goed herinneren, zo vertelde hij in 2016: ‘Ik zal dat beeld nooit meer vergeten’, zegt Van Prooyen. ‘Ik was 13 en de tramhalte was vlak tegenover mijn ouderlijk huis, waar ik nog steeds woon. Een paar honderd man uit het dorp stond om de tram heen. Iedereen wist dat de Zwarensteinen weggehaald werden. Maar toen de tram begon te rijden, barsten velen in tranen uit. Zelfs mijn oudoom huilde als een klein kind. Ik ben van mezelf al emotioneel, maar dat moment heeft enorme impact op me gehad’.

In Rotterdam zou Jacob zijn overgedragen aan de marechaussee, die hem, Antje, Nardus Morisco en Pinas Zwarenstein uit Strijen met zeven familieleden overbrachten naar het Adama van Scheltemaplein in Amsterdam, waar de Zentralstelle für jüdische Auswanderung was gevestigd. De mannen van de SD gingen, nadat zij in Numansdorp hun werk hadden gedaan, direct door naar Strijen om daar Pinas Zwarenstein met zijn familieleden te arresteren en mee te nemen. Het is aannemelijk dat Jacob, Antje en Morisco met de Strijense familie Zwarenstein gezamenlijk naar Amsterdam zijn gebracht. Vanaf Loods 24 vertrok die dag geen transport.

Vanuit Amsterdam ging het richting Westerbork. Jacob Zwarenstein werd op 7 november 1942 geregistreerd. 

Op de registratiekaart van de Joodse Raad staat de aantekening: 2 x attest op 8 en 10 november 1942. Kennelijk verkeerde Jacob niet in goede gezondheid en zou het doktersattest erop kunnen wijzen dat van transport zou worden afgezien. Maar die attesten hielpen Jacob niet. De Kampcommandant besliste immers of een zieke wel of niet op transport ging en niet de kamparts..

Op 10 november, de dag van het 2e attest, was baas Aus der Fünten hoogstpersoonlijk in Westerbork. Er waren teveel mensen met een ‘Sperre’ of een attest om in het kamp te blijven waardoor het quotum van vertrekkenden niet gehaald werd. Aus der Fünten en Kampcommandant Gemmeker controleerden samen de lijst en streepten een aantal namen door. Kennelijk dus ook de naam van Jacob.

Ook voor Jacob Zwarenstein stond de trein klaar en met zus Antje werd hij naar Auschwitz gebracht.

Jacob Zwarenstein, 65 jaar oud, werd op 13 november 1942, bij aankomst in Auschwitz direct vergast, evenals zus Antje en dorpsgenoot Nardes Morisco.

Vergeten is Jacob Zwarenstein niet, zijn naam en nagedachtenis leven voort op:

  • Een Stolperstein met zijn naam ligt voor het pand Voorstraat 28 in Numansdorp 
  • Nationaal Holocaust Namenmonument, Amsterdam

Bronnen

laatst bijgewerkt: 5 maart 2025