
Zinkweggroep
Een belangrijke basis voor de Zinkweggroep was de grote boerderij van de familie Traas in de buurtschap Zinkweg, ten zuiden van Oud-Beijerland. Er woonden in het midden van de oorlog nog zeven kinderen thuis. Zoon Israël Traas was een van de leiders van het lokale verzet en ook vader Jan en zoon Marien waren actief. Op de boerderij was het een komen en gaan van onderduikers en de Groep Zinkweg verspreidde vanuit de boerderij, het illegale blad Trouw, waarbij de dochters Tras actief betrokken waren. De verzetsgroep hield zich bezig met het maken van valse persoonsbewijzen en was betrokken bij een overval op het postkantoor om bonkaarten en geld voor de onderduikers te bemachtigen. Catharina Traas was als een ‘moeder’ voor alle mannen en vrouwen die op de boerderij woonnden, ondergedoken waren of over de vloer kwamen. Zij werd daarbij actief geholpen door haar man en dochters.
Vanaf september 1944 vormt een deel van de groep Zinkweg, een goed gewapende knokploeg, die onder leiding van Israël Traas verschillende acties uitvoert. De meest ingrijpende was in februari 1945. Na rijp beraad werd besloten dat M.A. Simonis, de verraderlijke NSB-burgemeester van Nieuw-Beijerland, Goudswaard en Piershil, geliquideerd moest worden: hij was een gevaar voor de bevolking en ook voor de onderduikers. Vier leden van de knokploeg wachtten hem op 17 februari ‘45, onder Heinenoord, en schoten hem neer. De Duitsers namen ogenblikkelijk wraak. Op 18 februari 1945 werden tien mannen op dezelfde plaats, waar Simonis werd doodgeschoten, gefusilleerd. Het monument ‘Moeder’ herinnert aan deze gebeurtenis.