Skip to main content

Scanlan, Wilfrid George

Wilfrid werd geboren op 23 april 1923 op een boerderij bij het dorp Westport, Ontario, Canada. Zijn vader was John Joseph Scanlan, 34 jaar, en zijn moeder was Bridget Ethel Herlehey, 31 jaar. Het echtpaar kreeg tien kinderen, van wie Wilfrid het vierde kind was. Geboren werden op: Frances (03-12-1917), Patrick (15-01-1920), John Guibert (12-07-1921), Wilfrid George (23-04-1923), Michael Joseph (02-09-2024), James Leo (22-02-1926), Thomas Gerald (27-08-1927), Charles Kevin (05-06-1929), Margaret Cecilia (07-04-1932) en Francis Eugene (13-04-1935).

Wilfrid kreeg zijn eerste onderwijs op een school met maar 1 lokaal, een stevige twee mijl (3 km) wandelen bij de boerderij vandaan. Na zijn basisonderwijs ging hij naar de Katholieke middelbare school St. Edward in Westport, waarvan de docenten allen behoorden tot Notre Dame Congregatie (Onze Lieve Vrouwe Congregatie). Door het uitzonderlijke goede onderwijs kreeg Wilfrid hier uitmuntende kennis over de Engelse literatuur, het schrijven van opstellen, wiskunde, Frans en Latijn. De school stond naast de kerk van St. Edward en de priester van de kerk was actief betrokken bij het toezicht op het reilen en zeilen van de school en de leerlingen. Ook zag hij erop toe dat het katholieke geloof bij alles op school geïncorporeerd werd. 
Thuis op de boerderij waren er de koeien die iedere dag gemolken, gevoerd en verzorgd moesten worden en alle andere verplichtingen die bij een actief boerenbedrijf hoorden. Wilfrid was niet alleen goed in sport maar was ook zeer geïnteresseerd in alles wat met mechanica te maken had en in het bijzonder in een motor die aan een buurman, dhr. E. Asseltine, toebehoorde. 

Zijn broer Eugene herinnerde zich dat Wilfrid ook gespitst was op overvliegende toestellen, van welke soort ook en dat hij al snel de verschillende soorten en modellen vliegtuigen uit elkaar kon houden. Hij had, net zoals veel van zijn broers en zusters, ook talent op muzikaal gebied en vond het heerlijk om viool en mondharmonica te spelen. 
Na zijn middelbare school vond Wilfrid, samen met zijn broer John, werk  in Kingston bij de Locomotive Works (locomotievenfabriek). Op 10 september 1939 verklaarde Canada, in navolging van Engeland, de oorlog aan Duitsland. In de loop van de oorlogsmaanden besloot Wilfrid in dienst te gaan en meldde zich in januari 1942 vrijwillig aan bij de Royal Canadian Air Force (RCAF). 

Op 7 mei 1942 werd hij toegelaten tot de opleiding bij de RCAF en kreeg het dienstnummer J/25351. Wilfrid kreeg zijn eerste training op de RCAF luchtmachtbasis in Victoriaville, Quebec. Hier was de No. 3 Initial Training School (No.3 I.T.S.). (Het is niet bekend met welk type vliegtuigen werd gevlogen). 
Zijn jongere broer Eugene herinnerde zich dat Wilfrid, tijdens een verlof in Montreal, gedurende zijn Quebec basisopleiding, zijn nicht Dorothy Lynett ontmoette. Nadat Wilfrid zijn basistraining had afgerond, werd hij overgeplaatst naar RCAF Fingal in Ontario voor een vervolgopleiding tot Air Bomber (bommenrichter). Op 16 april 1943 slaagde hij voor zijn brevet.  

Hierna werd hij overgeplaatst naar een vliegbasis nabij London, Ontario, Canada. Hier was gelegen No.3 Elementary Flying Training School.No.3 EFTS)  Aldaar werd hij op  16 oktober 1943, na voltooiing van zijn vervolgopleiding, bevorderd tot de rang van Flying Officer (1e Luitenant). 
Aansluitend werd Wilfrid op 30 juni 1943 overzee uitgezonden en scheepte hij zich in voor de reis naar Engeland waar hij op 7 juli 1943 aankwam. (Het is niet bekend waar hij in Engeland aankwam.)

Na zijn aankomst in Engeland schreef Wilfrid vaak naar huis en vertelde hoe heerlijk hij het vond om bij de Luchtmacht te dienen. Hij vermeldde ook dat hij zijn oudere broer Terence had ontmoet die al in Engeland diende bij een onderhoudseenheid van vliegtuigen van de RCAF. 
Gedurende de maanden die volgden werd Wilfrid toegevoegd aan de bemanning van Peter Bickford met wie hij de trainingen voltooide bij 12 Operational Training Unit ( 12 OTU) en 1657 (Heavy) Conversion Unit (CU) voor hij werd overgeplaatst naar het operationele RAF. 115 squadron op RAF Witchford. 

(Gelet op de informatie die beschikbaar is van de overige bemanningsleden van Wilfrid, kan met redelijke zekerheid worden aangenomen dat Wilfrid in maart 1944 werd geplaatst bij No. 12 Operational Training Unit (12 OTU.) welke eenheid was gestationeerd op de vliegbasis RAF. Chipping Warden, gelegen 10 km ten noordoosten van Banbury, nabij het dorp Chipping Warden, in het Engelse graafschap Northamptonshire. Bij dit onderdeel werden de bemanningen geformeerd (met uitzondering van de boordwerktuigkundige), die hier werden getraind om als één bemanning te leren vliegen in het Europese oorlogsluchtruim). Naar alle waarschijnlijkheid werd Wilfrid hier toegevoegd aan de bemanning van Peter Bickford.
Na deze opleiding volgde in mei 1944 een plaatsing bij het No. 1657 (Heavy) Conversion Unit (CU) welke eenheid was gestationeerd op de vliegbasis RAF Stradishall, gelegen 11 km ten noordoosten van Haverhill en 15 km ten zuidwesten van Bury St. Edmunds, Suffolk, waar de bemanning werd opgeleid voor het vliegen met viermotorige zware bommenwerpers. Bij dit onderdeel voegde de boordwerktuigkundige zich bij de bemanning. 
Aansluitend volgde voor Wilfred en de overige bemanningsleden een plaatsing bij No.3 Lancaster Finishing School (3 LFS), welke eenheid was gestationeerd op de vliegbasis RAF Feltwell, gelegen nabij Norfolk, East Anglia, waar 12 vlieguren dienden te worden gemaakt. Na deze opleiding werden Wilfrid en de andere bemanningsleden ingedeeld bij een operationeel Lancaster squadron.)

De laatste vlucht, crash op 16 september 1944 ter hoogte van Strijensas

Op 16 september 1944 om 21:28 uur ( LT), vertrok de  Lancaster Mk.III, met serienummer LM693 en rompcode KO-T ‘T voor Tommy’ vanaf de vliegbasis RAF Witchford, met aan boord de bemanning van Peter Bickford. De bommenwerper behoorde tot een aanvalsmacht van 48 (of 54) zware Lancaster bommenwerpers en 5 Mosquito jachtbommenwerpers. Het doel van die nacht waren de FLAK stellingen bij de Moerdijkbruggen ter ondersteuning van de luchtlandingsoperatie Market-Garden bij Arnhem. Van deze missie kwam hij niet meer terug.
De fatale vlucht was, naar alle waarschijnlijkheid, ook de 29e vlucht voor Wilfrid met de bemanning van Peter Bickford. Dit was de voorlaatste vlucht in de verplichte tour van 30 operationele missies. Wilfrid George Scanlan werd slechts 21 jaar. 
Nadat Wilfrid George Scanlan aanvankelijk door de Duitse bezetter was begraven in een veldgraf, werd hij later overgebracht naar de Algemene Begraafplaats in Strijen, waar hij tot op heden rust.

Op de website van het ‘Luchtoorlog monument Hoeksche Waard 1940-1945’ is nog de volgende tekst vermeld welke werd geschreven door Bob Scanlan op 16 december 2016:  

“We hebben de plicht om met eerbied en bewondering naar deze dappere jonge mannen te kijken:  het jongste bemanningslid was net 19 en het oudste 28… Zij stonden tussen de vrije wereld en de gesel van de Nazi’s toen er bijna geen hoop meer was. Wat zou er van deze jonge mannen geworden zijn als zij dit hadden overleefd en een toekomst hadden gehad?”

(Translation English-Dutch by courtesy of the Royal British Legion, Holland Branch).

De naam van Wilfrid George Scanlan en zijn gedachtenis leven voort:

* Monument 1940-1945 te Strijen
* Monument Luchtoorlog Hoeksche Waard, Oud-Beijerland

Bronnen

laatst bijgewerkt: 28 november 2024