
Andeweg, Annee
Hij werd geboren op 1 september 1884 te Zuid-Beijerland als zoon van Gerrit Andeweg (1849-1925) en Elisabeth Anna Marcus (1848-1888). Annee groeide op met vijf broers en vier zussen, zijn moeder overleed in 1888 en vader stond er alleen voor met een gezin van tien kinderen, waarvan de oudste nog maar vijftien jaar oud was.
Op 6 februari 1913 trouwde Annee in Strijen met Lena van Santen (1884-1961). Het echtpaar kreeg één dochter en drie zoons: Elisabeth Anna Andeweg (14 maart 1914, Zuid-Beijerland), Petrus Andeweg (9 september 1915, Zuid-Beijerland), Gerrit Joost Andeweg (6 augustus 1919, Zuid-Beijerland) en Joost Andeweg (19 mei 1925, Zuid-Beijerland).
Verhuizen vanwege de inundatie.
Annee Andeweg was werkzaam als huisschilder en zijn werkplaats was gevestigd aan de Dorpsstraat te Zuid-Beijerland.
De Duitse bezetter gaf begin 1944 opdracht om kustgebieden onder water te zetten: dit om het de oprukkende geallieerden zo moeilijk mogelijk te maken om via zee Nederland binnen te dringen.
Dat betekende dat diverse dorpen in de Hoeksche Waard geheel of gedeeltelijk ontruimd moesten worden. Ook vanuit Zuid-Beijerland begon de evacuatie en Annee vond met zijn gezin onderdak bij zijn neef (oomzegger) bakker Piet van Santen, op het adres Mookhoek 103 te Strijen.
Vanaf het najaar van 1944, toen het zuiden van Nederland werd bevrijd, werd het voor de bewoners in Strijen en omgeving steeds gevaarlijker. Toen er eind oktober door de geallieerde bommenwerpers duikaanvallen werden uitgevoerd bij de Moerdijkbruggen, braken op verschillende plaatsen in Strijen de ruiten. De scholen werden gesloten vanwege het grote aantal gebroken ruiten en het gebrek aan kolen. Doordat de beschietingen door de geallieerden vanuit Brabant dagelijks toenamen, was het in deze omgeving erg onveilig, ook in de Mookhoek.
Een donderslag bij heldere hemel
Op 18 december 1944, een mooie heldere dag, maakte Annee Andeweg achter de schuur een praatje met enkele buurtbewoners, toen er op enkele meters afstand zes of zeven granaten insloegen. Het storingsvuur, bedoeld om eventuele vijanden te verjagen, was afkomstig van de Engelsen uit Moerdijk. Er werden geen huizen geraakt, alle granaten ontploften op straat en op de kruising van de Mookhoek en de Schenkeldijk. Annee en de andere mannen werden meteen tegen de grond geslagen. Buurtbewoners namen hun schuilposities in, uit angst voor meer granaten, terwijl vanuit de kruitdampen hulpkreten van de getroffenen klonken. Elf personen bleken verwondingen te hebben opgelopen. Een vijftal personen uit Rotterdam, naar de Mookhoek gekomen om aardappelen te kopen, leek er het ergst aan toe en lag hevig bloedend op straat. Op hun fietsen, uitgerust met pittobanden (dat waren surrogaatbanden, gemaakt van oude autobanden en vernoemd naar de surrogaat pittokoffie uit die tijd), waren ze midden op de weg volledig onbeschut tegen de rondvliegende granaatscherven. Toen er twee dokters uit ‘s-Gravendeel ter plaatse kwamen kregen deze fietsers al eerste medische hulp. De verwonding van J.F. Barth, een van de mannen met wie Annee had staan praten, werd in eerste instantie als ongevaarlijk ingeschat. Toen later duidelijk werd, dat die ene granaatscherf die hem had getroffen een slagaderlijke bloeding in zijn bovenbeen had veroorzaakt, was het te laat en overleed hij.
Annee Andeweg was geraakt door vele kleine scherven. Nog liggend op de grond en deels verdoofd door de granaatinslagen had hij zich kruipend om de garage in de richting de bakkerij van Van Santen weten te werken. Hij werd daar aangetroffen door personen die juist hun schuilplaats verlieten en werd naar binnen gedragen. Arie Visser, in het bezit van een EHBO-diploma, verbond de wonden van Annee in afwachting van een dokter. Van de elf gewonden moesten er uiteindelijk zeven naar het ziekenhuis. Wat betreft Annee werd vastgesteld dat hij geluk had gehad en niet naar het ziekenhuis hoefde. Die maandag gaf de dokter instructies aan Lena, de echtgenote van Annee, met het advies hem goed in te gaten te houden vanwege het risico van een shock. De dokter beloofde iedere twee dagen langs te komen en bleef dat in de weken daarna ook telkens doen. Op 19 december 1944, één dag na het incident, schreef Lena in een brief aan haar dochter en schoonzoon: ‘Nou Bets en Henk, stel je eigen maar gerust hoor, want vader is er wonder boven wonder nog goed afgekomen’.
In de weken daarna ging het aanvankelijk steeds beter met Annee. Aan zijn rechterbeen was hij gewond aan zijn enkel. Ook aan zijn linkerbeen en op zijn zitvlak had hij flink wat verwondingen. De dokter stelde vast dat de scherfjes zo klein waren dat er niet hoefde te worden geopereerd. De wonden genazen allemaal maar Annee bleef bedlegerig. Vanwege het bloedverlies voelde hij zich zwak en door een forse spierpijn kon hij zich in bed alleen met behulp van anderen omdraaien. Het aanvankelijke optimisme over zijn herstel sloeg na enkele weken om in ongerustheid. Doordat ook zijn kaken verstijfden werd het toedienen van voedsel steeds moeilijker. Toch kwam zijn overlijden op 17 januari 1945 nog onverwacht, toen hij even na vier uur in de middag nog was omgedraaid in zijn bed.
Hij overleed uiteindelijk aan de gevolgen van tetanus.
Annee Andeweg, 60 jaar oud, werd begraven op zaterdag 20 januari 1945 op de Algemene Begraafplaats te Strijen.
De naam van Annee Andeweg en zijn nagedachtenis leven voort op:
- Monument 1940-1945 Burgerslachtoffers in Strijen
- Monument herdenking burgerslachtoffers Korendijk in Piershil
Dit levensverhaal en bijbehorende afbeeldingen is een weergave van een eerder verschenen artikel op
https://wo2-hoekschewaard.nl/strijen/annee-andeweg-%e2%80%a0-17-januari-1945/
Bron
Dekker, Loek e.a., Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945 (Heinenoord 2015)
laatst bijgewerkt: 7 maart 2025