
Berkhout, Cornelis
Hij werd geboren op 11 januari 1904 te Spijkenisse als zoon van Marinus Berkhout en Adriaantje Mol. Hij trouwde op 16 maart 1932 te Dinteloord met Willemijn Vogelaar (1906, Dinteloord). Het echtpaar, wonend aan de Oosthoek in Piershil, op de grens met Nieuw-Beijerland, kreeg een dochter en een zoon: Adrie Berkhout (14 juli 1932, Piershil) en Anthonie Marinus Cornelis (Ton) Berkhout (16 februari 1944, Piershil).
Schieten op alles wat beweegt
Via het beluisteren van de Engelse zender (want er waren er die hun radio in 1943 niet hadden ingeleverd, een strafbare handeling dus), was bekend geworden, dat op elk voer- of vaartuig, dat op de weg kwam of op de rivieren zou worden aangetroffen, zou worden geschoten. Zou dit ook zo in Nieuw-Beijerland kunnen gebeuren? Maar het werd harde werkelijkheid. Op 13 oktober 1944 reed de heer C. Berkhout met zijn bespannen luchtbandenwagen over de weg bij de Oosthoek, toen hij onverwachts door een Engels vliegtuig beschoten werd en hij op 40-jarige leeftijd door een van de mitrailleurkogels dodelijk werd getroffen. En op diezelfde dag richtte een ander vliegtuig zich op het schip van Abraham van Haneghem, die even buiten de haven op het Spui lag. Eén van de kogels trof de schipper zodanig, dat hij enige tijd later aan zijn zware verwondingen op 56-jarige leeftijd overleed. Twee doden op één dag!
Wat gebeurde er op vrijdag de dertiende?
In de namiddag van vrijdag 13 oktober 1944 reed de 16-jarige Teun Veerman op zijn boerenwagen in de richting van het ouderlijk huis op de Oosthoek te Piershil. De jonge Teun, wiens vader knecht was bij Piet Vink, speurde het luchtruim af en hoopte dat de reis snel voorbij zou zijn. Hij was even daarvoor op de Zuidzijde geweest bij Gerrit Snijders, waar hij vers water had getapt. Met 750 liter in zijn zinken watertank bevond hij zich op de Nieuw-Beijerlandse Langeweg, bijna aangekomen bij de afslag Plaatseweg, toen hij een vliegtuig over de polders hoorde scheren. De vrees bekroop hem dat dit zo’n vliegtuig was waar hij juist voor was gewaarschuwd. In de geïnundeerde gebieden schoten de geallieerden met scherp op alles wat maar iets met vervoer te maken had. “Wees op je hoede jongen”, zo was hem van huis uit ingeprent. De jonge Veerman was er getuige van dat je echter weinig kunt uitrichten wanneer je als prooi bent uitgekozen door een gevechtsvliegtuig. De Engelse jager dook naar beneden en vuurde een salvo af op een doel op de Oosthoek. Teun schrok enorm, maar kon van die afstand niet inschatten wat er was gebeurd. Doordrongen van het besef dat hij zelf maar net de dans was ontsprongen, vervolgde hij zijn rit. Aangekomen bij de Oosthoek hoorde hij meteen wat er was gebeurd. Er was gericht geschoten op een boerenwagen waarbij een slachtoffer was gevallen: Cor Berkhout.
Dat de aanwezigheid in de onder water gezette polders risico’s met zich meebracht, was bij de achtergebleven boeren bekend. Van de Duitsers hadden zij toestemming gehad om door te werken op hun bedrijf. Enkele boerderijen, waaronder die van de families Oosthoek en Sterrenberg, werden zelfs beschermd door een speciaal daartoe aangelegde kade. Andere boerderijen bevonden zich op de dijk en ook daar bleven bewoners en arbeiders aanwezig om de bedrijven draaiende te houden. Op de grens van nat en droog gebied bleef de behoefte aan voedsel natuurlijk aanwezig, niet alleen bij de Duitse bezetters maar ook bij de families zelf. De geallieerden was er alles aan gelegen om deze voedselvoorziening te verstoren. In radio-uitzendingen vanuit Londen werd regelmatig gewaarschuwd dat er met scherp geschoten werd op voedseltransport. Een tank vers water halen of een lading bieten of aardappelen vervoeren werd daardoor een uiterst riskante bezigheid.
In het boek ‘Het verzet in de Hoeksche Waard’ van Simon Brand is te lezen dat neergestorte Engelse piloten, die men vaak via het verzet weer konden laten ontsnappen, zich liever niet in de tank van een melkwagen wilden verstoppen. Ze wisten maar al te goed dat een collega-piloot, die zich nog wel in het luchtruim bevond, gericht op de melkwagen zou schieten als hij deze zou bespeuren.
Ook Cor(nelis) Berkhout was boer op de grens van nat en droog. Hij woonde aan de Piershilse Oosthoek, schuin tegenover de boerderij van Piet Oosthoek, gelegen onderaan de overzijde van de dijk. De gevaren van het vervoer weerhielden hem en andere boeren niet van het uitvoeren van de werkzaamheden, het werk ging immers gewoon door. Toen Cor met een lading voederbieten de Oosthoek afreed zette hij zijn reisgenoot, de jonge Chris van Hal, af bij het ouderlijk huis en passeerde even later zijn eigen woning. Vlak nadat hij op het voornamelijk onbebouwde gedeelte van de Oosthoek terecht gekomen was scheerde een Engelse jager de polder binnen, op zoek naar een prooi. Na de eerste flauwe bocht, zo’n 500 meter bij zijn eigen huis vandaan, hoorde Cor een enorm lawaai. Tot zijn schrik naderde er vanaf de achterzijde een vliegtuig met grote snelheid, het angstaanjagende geluid van een vliegtuig in duikvlucht overheerste alles. Berkhout besefte meteen dat zijn leven gevaar liep en sprong van zijn boerenwagen. Dekking zoekend in de slootkant was de enige kans om de kogels te ontwijken, zo wisten alle bewoners in die omgeving. Hoewel Berkhout er zowaar in slaagde de aanzienlijke afstand naar de slootkant te overbruggen was het geluk niet aan zijn zijde. De Engelse piloot loste een salvo en één van de afgevuurde kogels bleek een dodelijke te zijn. Dwars door alle compartimenten van zijn lederen portefeuille kwam de kogel in de borst van Cor Berkhout terecht. Dodelijk getroffen, liet hij daar het leven, 40 jaar oud.
Cornelis Berkhout ligt begraven op de Algemene Begraafplaats in de Wilhelminastraat te Nieuw-Beijerland.
De naam van Cornelis Berkhout en zijn nagedachtenis leven voort op:
- Het Herdenkingsmonument Korendijk in Piershil
Dit levensverhaal en bijbehorende afbeeldingen is een weergave van een eerder verschenen artikel op:
https://wo2-hoekschewaard.nl/luchtoorlog/cornelis-berkhout-%e2%80%a0-13-oktober-1944/
Laatst bijgewerkt: 4 maart 2025