Hij werd geboren op 18 juni 1916 te Klaaswaal, als zoon van Kleis den Boer (1879) en Cornelia Johanna van Rijswijk (1887). Cor groeide op met twee broers en een zus. Hij woonde aan de Schuringsedijk in Strijen.

Cor kwam uit een familie van vrachtrijders. Tijdens de oorlog werd hij gedwongen te gaan werken voor de Organization Todt, vernoemd naar de fanatieke nazi Fritz Todt.
Op vrijwillige basis en in het kader van de Arbeitseinsatz werden arbeiders aan het werk gezet.
Cor werd gedwongen om voor deze organisatie te gaan werken en met zijn vrachtauto moest hij meewerken aan de bouw van bunkers op Rozenburg.

Cor was niet bang uitgevallen, durfde veel en saboteerde het werk aan de bunkers in het gebied rond de Waterweg door bijvoorbeeld een betonmolen in een put te laten verdwijnen. Die moest er dan met veel moeite weer uitgehaald worden. Hij durfde veel, maar soms ook roekeloos. Samen met zijn kompaan Willem van Oorschot haalden zij, op 24 oktober 1943, banden van de Duitse vrachtwagens en verkochten die ‘in het zwart’ weer door. En toen ging het mis. Cor en Willem van Oorschot werden beschuldigd van het stelen van de banden.

Op 25 oktober 1943 stond de politie voor de deur aan de Schuringsedijk en Cor den Boer werd gearresteerd. De politie was hem goed gezind en gaf hem de gelegenheid te ontsnappen, maar Cor was overtuigd dat hem niets zou overkomen en ging gewillig mee.

Hij werd overgebracht naar het politiebureau aan het Haagseveer in Rotterdam. Na vele verhoren werd hij op 10 november 1943 overgebracht naar Kamp Vught. Daar trof hij kompaan Van Oorschot weer, die later op voorspraak van een voormalige bode van de Tweede Kamer als vrij man Kamp Vught weer kon verlaten.

Het leven in Kamp Vught was hard en meedogenloos. Cor weigerde een opdracht van de Duitsers uit te voeren en vervolgens kwam het tot een handgemeen. Hij werd in elkaar geslagen en kort daarop gefusilleerd in het kamp. Zijn lichaam werd gecremeerd in de ovens van het kamp. Dat gebeurde ergens in de maand oktober of november van 1943. 

De familie van Corstiaan den Boer werd pas in januari 1944 op de hoogte gebracht van zijn dood. De aangifte van overlijden vermeldt 1 januari 1944, als datum van overlijden, maar dat is een fictieve datum. Hij werd een aantal weken eerder al gefusilleerd.

Willie den Boer-Mol, vertelde in het AD van 5 mei 2009 bij de onthulling van het monument voor de burgerslachtoffers bij de Hervormde kerk in Strijen:
‘Ik heb altijd goede herinneringen bewaard aan de broer van mijn man. Hij kwam drie keer in de week op de fiets van de Klem naar ‘s-Gravendeel, waar wij woonden, op visite. In de oorlog ging Cor bij de Ondergrondse. Hij werd echter wegens sabotage opgepakt en naar kamp Vught gestuurd. Hij ging heel rustig mee’ weet Willie.
‘Toch schreef hij naar verluidt in een brief aan zijn moeder dat hij ‘door de poort naar binnen ging, maar door de schoorsteen naar buiten zou gaan’. Zo ging het ook.’
Willie: ‘Zijn zus bracht elke dinsdag een pakje voor Cor naar het postkantoor, maar toen kwam iemand van het kantoor zeggen dat hij er niet meer was.’ 

Op 27 jarige leeftijd werd Cor in het kamp doodgeschoten en vervolgens verbrand. Zijn moeder droeg sindsdien een brief bij zich in haar schort. ‘Ik vind het monument erg aandoenlijk’, zegt Willie. ‘Dat had zijn moeder moeten weten.’

De naam van Corstiaan den Boer en zijn nagedachtenis leven voort op:

• Monument 1940-1945 Burgerslachtoffers te Strijen

Bronnen

• Dekker, Loek e.a., Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945 (Heinenoord 2015)
• Strijen in oorlogstijd, Strijen in Historisch Perspectief 8 (Strijen 1995)

Laatst bijgewerkt: 23 maart 2025