Skip to main content

Brown, James Edward

James werd geboren op 4 januari 1921 te Burnley, Lancashire, Engeland, als zoon van
William Brown (1885) en Bertha Isabella Ainsworth (1887). Zij trouwden op 29 juni 1911 in de Nelson Methodist Chapel, Railway Street te Nelson, Lancashire, England. Beiden waren werkzaam in de kledingindustrie. Zijn vader werkte als textielkeurder van kunstzijdefabrikanten en zijn moeder als weefster. Het echtpaar kreeg één zoon, James. 

In 1939 woonde het gezin aan 43 Castle Street te Nelson, Lancashire, England. Bij het gezin woonde een jongen in, Bryan Lynch, geboren 8 februari 1931. Het is onduidelijk gebleven wat de reden was van deze inwoning.

Toen James zich aanmeldde bij de Royal Air Force Volunteer Reserve (RAFVR) kreeg hij het dienstnummer 153303 toegewezen. Voor zijn opleiding tot bommenrichter werd hij, net als zovelen, overgeplaatst naar Canada voor zijn opleiding. Nadat hij zijn opleiding had voltooid, keerde hij terug naar Engeland in de rang van P/O (Pilot Officer, 2e Lt.) en werd hij geplaatst bij een Operational Training Unit (O.T.U.) waar hij zich voegde bij de bemanning van Paul Tooley

Bij deze eenheid werd getraind in het vliegen met de zware viermotorige Avro Lancaster bommenwerper in het Europese luchtruim onder oorlogsomstandigheden. 

Na afronding van deze opleiding waarbij James was opgeleid tot bommenrichter, werd hij samen met zijn medebemanningsleden geplaatst bij het operationele RAF No. 90 squadron welke eenheid haar basis had op RAF Tuddenham in het Engelse graafschap Suffolk. Als bommenrichter maakte James vele vluchten met deze bemanning. 

Tijdens zijn opleiding of tussen zijn operationele vluchten trouwde James op 20 september 1941 in Nelson, Lancashire met Thelma Jones (1920-1986) uit Brierfield, Lancashire, England. Het huwelijk werd voltrokken in de Saint Wesleyan Chapel te Nelson. James en Thelma kregen geen kinderen. 

De laatste vlucht, crash op 16 september 1944 ter hoogte van Strijensas

Op 16 september 1944, omstreeks 21:14 uur, steeg James op van RAF station Tuddenham, Suffolk, Engeland met de overige bemanningsleden in de Lancaster Mk.1, rompcode WP-R2 voor een aanvalsvlucht naar de in Nederland gelegen Moerdijkbruggen. Van deze vlucht zou hij niet meer terugkomen. 

Omstreeks 23:58 uur NL tijd stortte, de Lancaster WP-R2,  ten gevolge van een vliegtuigbotsing met een Lancaster van het RAF No. 115 squadron, neer in de geïnundeerde Stoope polder nabij Strijensas in de Hoeksche Waard. Doordat het gebied door de Duitse bezetter onder water was gezet,  konden de lichamen van James en zijn zes mede bemanningsleden niet direct worden geborgen. Aanvankelijk werd James opgegeven als vermist na luchtoperaties in Europa.

Na de bevrijding, in juni 1945, zei burgemeester Bolman van Strijen tegen een Amerikaanse officier dat in het buitengebied van Strijensas, nog de resten lagen van een Lancaster en dat de lichamen van de bemanning nog niet geborgen waren. Het gebied waar de stukken van de Lancaster lagen, was inmiddels drooggemaakt. 

De officier en een aantal manschappen borgen de stoffelijke resten van de bemanning, waaronder die van James De stoffelijke overschotten van de hele bemanning werden gekist en overgebracht naar de Algemene begraafplaats ‘De Essenhof’ in Dordrecht, waar zij op donderdagmorgen 25 juni 1945 met militaire eer werden begraven in het vak Oorlogsgraven, rij A, James in graf 11, waar hij tot op heden rust. James Edward Brown, werd slechts 22 jaar oud. 

De naam van James Edward Brown en zijn nagedachtenis leven voort op:

  • Monument 1940-1945 Strijen
  • Monument Luchtoorlog Hoeksche Waard, Oud-Beijerland

Bronnen

laatst bijgewerkt 28 februari 2025