Skip to main content

Johnston, Arnold Ney

Arnold werd geboren op 16 mei 1916 in Cartwright, Durham County, Ontario, Canada. Hij was de zoon van John Alexander (Alex) Johnston, 33 jaar, en Edith May Ferguson, 27 jaar, die in 1911 in hun woonplaats Cartwright waren getrouwd. De vader van Arnold werkte daar als boer.  Het echtpaar kreeg vier kinderen. Arnold had een oudere zus Ferga Marjorie (1914-2004) en twee jongere broers, Keit Bruce (1920-2000) en Neil Alexander (1922-2000) 

Op het moment dat Arnold sneuvelde, woonde zijn familie nog in Cadmus, 8 km van het treinstation in Burketown, in het gebied van de stad Bowmanville. Zijn basis- en middelbaar onderwijs volgde hij aan respectievelijk de Cadmus School (1922-1928) en Blackstock Continuation (1928-1932, Junior Matric). 
In Bowmanville volgde hij voortgezet onderwijs (1932-1934, Senior Matric). 

Arnold was sportief en vooral op het gebied van schaatsen, baseball, tennis, badminton en hockey. Na zijn schooltijd, tussen 1934 en 1938, werkte Arnold op de boerderij van zijn vader en tussen 1937 – 1938 ook nog parttime als chauffeur voor Marlow Transport in Blackstock. 
In de periode 1938-1941 was hij ook de eigenaar van Johnston’s kruidenierszaak voordat hij in 1941 en 1942 verkoper werd bij de Canadian Tire Corporation in Hamilton, Ontario, Canada. 
Op 22 april 1942 meldde Arnold zich vrijwillig aan bij de Royal Canadian Air Force (RCAF) in Toronto, waar hem het dienstnummer J28771 werd toegekend en werd opgeleid tot navigator.  Na zijn training werd Arnold op 26 augustus 1943 per schip vanuit Halifax, Canada, uitgezonden naar Engeland.

 Op 2 september 1943 arriveerde hij bij No. 3 Personnel Reception Centre RAF in de kustplaats Bournemouth. Dit was het aankomstpunt voor duizenden Commonwealth vliegtuigbemanningen die hun training in Canada hadden afgerond. Zij werden aldaar opgevangen in diverse hotelaccommodaties.
Vervolgens werd Arnold op 19 oktober 1943 geplaatst bij RAF. 5 Air Observer School (AOS) en op 17 maart 1944 bij RAF. 12 Operational Training Unit (OTU), gelegen op RAF Chipping Warden, 9 km noordoostelijk van Banbury, nabij het dorp Chipping Warden, Northamptonshire, Engeland.  
Bij deze eenheid werd Arnold toegevoegd aan de bemanning van Peter Bickford voor het trainen om als één  bemanning te vliegen in het Europese oorlogsluchtruim.   

Op 29 mei 1944 werd hij geplaatst bij het RAF No.1657 (Heavy) Conversion Unit (HCU), welke eenheid was gestationeerd op de vliegbasis RAF Stradishall, gelegen 11 km ten noordoosten van Haverhill en 15 km ten zuidwesten van Bury St. Edmunds, Suffolk. Hier werd Arnold samen met de andere bemanningsleden, waaronder de boordwerktuigkundige Dooley, vertrouwd gemaakt voor het vliegen met zware viermotorige bommenwerpers, zoals de Lancaster bommenwerper. 

(Gelet op de beschikbare informatie van de overige bemanningsleden kan redelijkerwijs worden aangenomen dat Arnold met de andere bemanningsleden aan het eind van deze opleiding werd geplaatst bij No.3 Lancaster Finishing School (3 LFS), welke eenheid was gestationeerd op de vliegbasis RAF Feltwell, gelegen nabij Norfolk, East Anglia, Engeland. Hier dienden 12 vlieguren te worden gemaakt op de Lancaster voor zij werden overgeplaatst naar een operationeel Lancaster squadron.)

Op 11 juni 1944 volgde plaatsing bij het operationele RAF. 115 squadron op de vliegbasis Witchford. Zijn eerste vlucht vanaf RAF Witchford als lid van de bemanning van Peter Bickford volgde op 15 juni 1944. Arnold navigeerde toen hun Lancaster bommenwerper naar het Franse Valenciennes, gelegen in het departement Nord in de regio Hauts-de-France, tegen de Belgische grens. 

De laatste vlucht, crash op 16 september 1944 ter hoogte van Strijensas

Op 16 september 1944 om 21:28 uur ( LT), vertrok de  Lancaster Mk.III, met serienummer LM693 en rompcode KO-T ‘T voor Tommy’ vanaf de vliegbasis RAF Witchford, met aan boord de bemanning van Peter Bickford. De bommenwerper behoorde tot een aanvalsmacht van 48 (of 54) zware Lancaster bommenwerpers en 5 Mosquito jachtbommenwerpers. Het doel van die nacht waren de FLAK stellingen bij de Moerdijkbruggen ter ondersteuning van de luchtlandingsoperatie Market-Garden bij Arnhem. Van deze missie kwam hij niet meer terug. 
De fatale vlucht was, naar alle waarschijnlijkheid, ook de 29e vlucht voor Arnold met de bemanning van Peter Bickford. Dit was de voorlaatste vlucht in de verplichte tour van 30 operationele missies. 

Nadat Arnold Ney Johnston, 28 jaar oud, aanvankelijk door de Duitse bezetter was begraven in een veldgraf, werd hij later overgebracht naar de Algemene Begraafplaats in Strijen, waar hij tot op heden rust.

Een slecht bericht
Een vanuit Strijen naar Canada geëmigreerde Nederlander, woonachtig in de buurt waar Johnston, gaf de volgende aanvulling:
‘Johnston woonde met zijn ouders in een boerderij. De huidige bewoners vertelden dat toen aan de ouders van Johnston op 18 september 1944 via een brief werd verteld dat hun zoon vermist werd op een missie boven vijandelijk gebied, zij de kamer waar hun zoon had geslapen voor hij naar Europa vertrok nooit meer zijn binnengegaan. Dat was te heftig voor hen.’ Op de grafsteen van zijn ouders is ook de naam van hun zoon vermeld.

De naam van Arnold Ney Johnston en zijn gedachtenis leven voort:

* Monument 1940-1945 te Strijen
* Monument Luchtoorlog Hoeksche Waard, Oud-Beijerland

Bronnen

laatst bijgewerkt: 28 november 2024

Link naar monument en thema