Hermanus Kalis, geboren in Numansdorp op 11 februari 1918, was de zoon van de veehouder Mattheus Kalis (1887-1961) en van Adriana van Eeren (1887-1964).
In 1944 was Hermanus Kalis kok op het vrachtschip de s.s. ‘Garoet’ van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd, dat bewapend was met een dekkanon en zes machinegeweren. Hermanus Kalis deelde zijn hut met de in Delft geboren bakker Jacob Post.
Het schip vertrok op 11 juni 1944 uit de haven van Marmugao, een stad aan de westkust van India, met een lading aardnoten, pinda’s, met bestemming Durban in Zuid-Afrika. De ‘Garoet’ had 98 bemanningsleden aan boord. Na acht dagen gevaren te hebben werd het vrachtschip opgemerkt door de Duitse onderzeeboot U-181. Op 19 juni 1944 rond elf uur ’s avonds vuurde de onderzeeboot kort na elkaar twee torpedo’s af op de ‘Garoet’. Volgens de getuigenissen van de overlevenden zonk de ‘Garoet’ binnen enkele minuten.
Slechts tien bemanningsleden van het vrachtschip overleefden deze scheepsramp, drie Nederlanders, een Australiër en zes lascaren, Indische zeelieden. Ze hadden zich verdeeld over twee vlotten, vijf man per vlot. De twee vlotten werden dagen later door Britse schepen gevonden, maar Hermanus Kalis zat daar niet bij.
De 26-jarige Hermanus Kalis kreeg een zeemansgraf in de Indische Oceaan.
Hermanus Kalis wordt herdacht op het monument ‘Nederlands Indië 1940-1945 en 1945-1950’ op de algemene begraafplaats aan de Hallinxweg in Numansdorp en op het ‘Lloyd-monument’ in Rotterdam.
Bron
Laatst bijgewerkt 18 maart 2025