
Kleinkramer, Sophia
Zij werd geboren op 23 maart 1897 te Strijen als dochter van Eleonora Kleinkramer (1868-1943) en Meijer Kleinkramer (1870-1939). Ze groeide op met haar zus Sientje aan de Molenstraat 32 in Strijen. Haar moeder had een kruidenierswinkeltje en haar vader, die bekend stond als ‘Maan de Jood’, ging dagelijks met paard en wagen langs zijn klanten met kruidenierswaren. En zomers handelde hij veel in landbouwzout: een bekend middel tegen hooibroei.
Sofie werd pianolerares. Zij was een voor haar tijd moderne vrouw. Zij speelde verdienstelijk piano en zij gaf binnen en buiten het dorp les aan vele kinderen. Ze reed veel op de fiets om naar haar ‘pianokinderen’ te kunnen gaan. Ze trad op met een trio, met dokter Schroot op de viool en hoofdonderwijzer Perduijn op de cello.
En Sofie ging ook met de mode mee: in plaats van zwarte kousen droeg ze lichtgekleurde kousen.
Het rustige leven werd vanaf 10 mei 1940 ruw verstoord. De bezetter kondigde allerlei regels en verboden af. Zo verschenen op veel locaties de borden met het opschrift: ‘Voor Joden verboden’. Nora mocht geen pianoles meer geven aan niet-Joodse kinderen.
Joodse winkels moesten half 1942 sluiten en werden onteigend door de Duitse bezetter en vanaf augustus 1942 begonnen de Duitsers met het deporteren van Joden, zogenaamd naar werkkampen.
Sofie en haar moeder verlieten Strijen en vonden onderdak bij haar oom Salomon Kleinkramer, op het adres Krugerplein 2 II in Amsterdam. Op datzelfde adres woonde ook haar neef Ruben Salomon, de zoon van Salomon, met zijn vrouw en kinderen.
Er waren voortdurend razzia’s in Amsterdam en elders in Nederland, want de bezetter had maar één doel voor ogen: alle Joden moesten weg uit het land.
Ook Sofie en haar moeder ontkwamen niet. Zij werden opgepakt en op 27 januari 1943 overgebracht naar Kamp Vught. Een maand later werden ze op 20 februari getransporteerd naar Westerbork en verbleven in barak 82. Daar troffen ze haar oom Salomon aan.
Drie dagen later, 23 februari, vertrok haar trein naar Auschwitz en op 26 februari 1943 eindigde het leven van de 46-jarige Sophia Kleinkramer en dat van haar moeder Eleonora in de gaskamer.
Haar oom Salomon Kleinkramer, bij wie ze gastvrijheid had genoten, werd op 5 maart 1943 omgebracht in Sobibor. Haar neef Ruben Salomon en zijn gezin vonden de dood in Sobibor op 9 april 1943.
Vergeten is Sophia Kleinkramer niet, haar naam en gedachtenis leven voort op:
- Het Joods monument 1940-1945 ‘Nooit weer’, Strijen
- Een Stolperstein met haar naam ligt voor het pand Molenstraat 32 l
- Nationaal Holocaust Namenmonument, Amsterdam
Bronnen
- Dekker, Loek e.a., Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945 (Heinenoord 2015)
- Strijen 1940-1945, in opdracht van de gemeente Strijen (1985)
- Strijen in Oorlogstijd, Strijen in Historisch Perspectief (1995)
- Veld, C. In ’t en P. van den Broek, De Joodse Gemeenschap – Strijen in Historische perspectief (1992)
laatst bijgewerkt: 13 februari 2025