
Kolf, Johannes
Jo Kolf was het 10e kind in het gezin van Krijn Kolf (1878-1956) en Pleuntje Hensen (1883 -1966) en zag op 6 november 1915 het levenslicht in Westmaas. Het gezin woonde aan de Nieuwstraat 179 (later nrs. 33 en 35). Jo was een introverte jongen, klein van stuk met een pittig karakter. Hij trok graag de polders in en had geen belangstelling voor een baan in de agrarische sector. Maar ‘door leren’ zat er ook niet in, dus begon hij met allerlei cursussen in de avond.
Als vierde zoon in het gezin kwam hij in aanmerking voor ‘broederdienst’. Hij mocht daarvan gebruikmaken, maar toch meldde hij zich aan voor de militaire keuring. Jo werd militair bij het 2e Regiment Huzaren. Na zijn diensttijd meldde hij zich bij het Korps Politietroepen en tekende voor een termijn van zes jaren. In 1939 werd hij geplaatst bij het Dekkings Detachement Willemsdorp, met de taak de Moerdijkbruggen te beveiligen.
10 mei 1940
De Moerdijkbruggen vormen de enige toegangsweg in het zuidfront van de Vesting Holland. Het is de taak van de politietroepen om de verkeer- en spoorbrug te verdedigen. Het gaat faliekant mis, er wordt gevochten en de Duitse pantserdivisie verovert het gebied. Er wordt nog wel geschoten vanuit de Hoeksche Waard, in de hoop de bruggen onherstelbaar te beschadigen, maar dat vertraagt de Duitse opmars niet of nauwelijks. Het gevecht is voorbij – de manschappen worden gevangen genomen en na de capitulatie worden Jo Kolf zijn makkers uit krijgsgevangenschap ontslagen.
Politie Utrecht
Hij krijgt in augustus 1940 een baan bij het politiekorps van Utrecht, maar het is niet populair om met de vijand te gaan samenwerken. Feilloos vinden oude strijdmakkers elkaar, bieden verzet en saboteren waar mogelijk. Het geeft een dubbel gevoel: je maakt er het beste van, maar je werkt wel onder de autoriteit van de Duitse bezetter. Het is hard werken voor een klein inkomen: vierentachtig uur per week, een vrije dag per maand en geen vakantie. Jo verlaat het politiekorps op 29 mei 1942.
Hij was het niet eens met de ware bedoelingen van de Duitse bezetter: Joden en Jehova’s getuigen thuis moeten ophalen, mensen arresteren vanwege ‘deutschfeindlichkeit’. Hij keert terug naar zijn ouderlijk huis in Westmaas en wordt opzichter van het Bureau Voedselcommissaris voor Zuid-Holland in Klaaswaal. Hij doet het controlewerk tot mei 1943 en spant samen met boeren. Niet geregistreerd voedsel wordt achtergehouden. Dit wordt tegen normale prijzen verkocht of gratis uitgedeeld aan hulpbehoevenden. Jo stimuleert deze praktijken, maar dat is niet voor iedereen zichtbaar en duidelijk.
De Proclamatie van 29 april 1943 van Christiansen[1]
Nederlandse militairen die gevochten hadden in 1940 moeten zich melden om te gaan werken in Duitsland voor de Arbeitseinsatz. Een golf van stakingen gaat door het land, dat in Friesland begint. Jo moet zich melden in Amersfoort, maar dat doet hij niet: hij duikt onder in Friesland. Na drie maanden staan er plotseling drie overvalwagens voor de deur bij zijn ouders: Jo heeft zich niet gemeld en ze komen hem ophalen. Zijn ouders weten van niets en kunnen dat ook met een gerust hart zeggen.
Verzet in Friesland
Jo verblijft tijdens zijn onderduik in Friesland op verschillende adressen en neemt deel aan diverse verzetsactiviteiten. De bekendste activiteit is wel de overval op het huis van bewaring te Leeuwarden op 8 december 1944 door leden van de Friese KP’en, waarbij hij actief betrokken is. Een groot aantal vooraanstaande personen uit de illegaliteit zitten gevangen en moeten bevrijd worden. Een uitgebreid aanvalsplan wordt opgesteld en Jo is een van de mannen die het huis van bewaring in zal gaan.
Hij onderkent het gevaar van deze operatie en voordat hij tot actie overgaat, schrijft hij nog een afscheidsbrief aan zijn verloofde Dien Landheer. De Friese knokploeg kraakt de strafgevangenis en het is de taak van Jo Kolf om zeven gevangenen te bevrijden uit een deel van het huis van bewaring. In totaal werden vijftig gevangenen en een bewaker, die bij de voorbereiding betrokken was, uit de handen van de SD gered. De overval is feilloos uitgevoerd, zonder ook maar een schot te lossen: een van de gevaarlijkste en moedigste daden van de verzetsbeweging.
Op 25 januari 1963 wordt de film in de filmzaal van Paleis Soestdijk vertoond in aanwezigheid van koningin Juliana en prins Bernhard. Moeder Kolf is een van de gasten.
Eind goed al goed: of toch niet?
Op maandag 29 januari 1945 rond 12.30 uur komt er een einde aan het leven van Jo Kolf. De aanleiding is een huiszoeking op zijn onderduikadres, op aangeven van een informant van de SD. Jo Kolf vlucht nog maar een Nederlandse SD’er schiet hem dood. Zo komt er een einde aan het leven van een Hoeksche Waarder in Friesland. Voor zijn ouders, broers, zussen en verloofde een groot verlies, maar ook geliefd in Utrecht en Friesland.
Onder zijn schuilnaam Johannes den Hartog wordt hij op 3 februari 1945 begraven op de begraafplaats Spanjaardslaan te Leeuwarden. Op 14 augustus 1945 vindt de herbegrafenis van Jo Kolf plaats op de begraafplaats te Westmaas: naast zijn zwager Jaap van Etten, doodgeschoten op 4 mei 1945 te Mijnsheerenland. Ook zijn twee neven Jacobus en Willem van de Ree kwamen om tijdens de tweede wereldoorlog
Zijn naam en nagedachtenis leven voort:
- plaquette in het politiebureau aan het Paardenveld te Utrecht
- plaquette in de Penitentiaire Inrichting Noord, Locatie Blokhuispoort te Leeuwarden
- monument Moeder, bij Heinenoord
- monument De Traan in Westmaas
- de Johannes Kolfstraat in Westmaas
- De Erelijst van Gevallenen 1940-1945 Hal van de Tweede Kamer
bronnen:
- Belder, Rook, De oorlog in Westmaas, Herinneringen van (oud-)inwoners, Oranjevereniging Kon. Wilhelmina Westmaas (2015)
- Veld in ‘t, Bert en Ruud, Johannes Kolf, de verzetsstrijder ‘Jodocus’, (Klaaswaal 2006
- https://www.oorlogsbronnen.nl/artikel/spectaculaire-leeuwarder-overval-op-het-witte-doek
[1] Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden
laatst bijgewerkt: 11 september 2024