Edmund werd geboren op 22 oktober 1917 in Praszka, Olesno, Polen. Zijn ouders waren Kazimierz en Sophia Krzeminski. Het gezin woonde in Łopienno Polen. Edmund had een oudere broer Sigmund, een oudere zus Wanda en twee jongere broers George en Siegfried. 

Van 1923 tot 1930 volgde Edmund onderwijs op de lagere school in Łopienno. Hierna volgde hij van 1930 tot 1934 middelbaar onderwijs in Gniezno. Aansluitend ging hij studeren aan de technische universiteit in Poznan. In het voorjaar van 1939 behaalde hij zijn ingenieurstitel in werktuigbouwkunde. 

Na het uitbreken van de oorlog met Duitsland in september 1939 en de capitulatie van Polen op 6 oktober 1939, vluchtte hij in 1942 via Frankrijk naar Engeland. Hij meldde zich daar aan bij de vrije Poolse luchtmacht, die was opgericht binnen de Royal Airforce (RAF) en kreeg het dienstnummer P0556. 

Hij werd vervolgens opgeleid tot jachtvlieger en bereikte na diverse bevorderingen uiteindelijk de rang van Flight Lieutenant (kapitein). Na plaatsing bij het Poolse RAF No. 306 squadron volgde hij in 1944 een vervolg plaatsing bij het eveneens Poolse RAF No. 317 squadron wat onderdeel was van de 2nd Allied Tactical Air Force. Dit onderdeel was specifiek opgericht voor lucht- en grondaanvallen.  

Aanvankelijk werd hij op 8 augustus of 8 september 1941 geplaatst bij het Poolse RAF NO.303 squadron. Daarna volgde een plaatsing bij het Poolse RAF NO.306 squdron en in 1944 volgde een plaatsing bij het eveneens Poolse RAF No. 317 squadron, wat onderdeel was van de 2nd Allied Tactial Air Force. Dit onderdeel was specifiek opgericht voor lucht-grond aanvallen. 

De laatste vlucht, crash op 29 oktober 1944 ter hoogte van Numansdorp

Op 29 oktober 1944 steeg Edmund op als formatieleider van vier Spitfire jachtvliegtuigen van het Poolse RAF No. 317 squadron vanuit het Belgische Sint-Denijs-Westrem, een vooruit geschoven Britse vliegbasis, voor wat zijn laatste vlucht zou worden. Omstreeks 12:30 uur werd hij bij een 3e aanval op een verdekt opgestelde Duitse luchtafweerstelling neergeschoten waarbij hij om het leven kwam. Zijn Spitfire LF. Mk.IX, met serienummer MJ551 en rompcode JH-A stortte neer in de geïnundeerde Numanspolder, achter de woning van Toon Havelaar aan de Middelsluissedijk WZ.

Duitse militairen waren snel ter plaatse. Uit de woning en schuur van Toon Havelaar wordt van een paar deuren een vlot gemaakt. Samen met die Duitsers voer Toon naar het toestel en zij haalden de omgekomen piloot F/L Edmund Krzeminski uit de cockpit. Nadat zij terug waren gekomen op de dijk brachten zij het lichaam naar de tuin van familie Havelaar op nr. 93 naar een gedeelte van de tuin dat hoger lag en nog droog was. Daar werd het lichaam van piloot Edmund Franciszek Krzeminski in een vloerkleed gerold en provisorisch begraven.

Na de oorlog werd het lichaam van F/L Krzeminski opgegraven en herbegraven op de Algemene Begraafplaats van Numansdorp waar Edmund Krzeminski tot op heden rust. Hij wordt herdacht bij het monument Luchtoorlog Hoeksche Waard.  

Bronnen

• Nootenboom, H., Op het laatste moment…Verhalen over de luchtoorlog boven de Hoeksche Waard 1940-1945 (z.p. 2001)
• Nootenboom, Henk, Luchtoorlog Hoeksche Waard 1940-1945 (2015)
• Wüst, Wim en Hans Onderwater, One of our aircraft is missing (2002)
• https://www.dmlohw4045.nl/qr600-nl-flt-eugenius-krzeminski-27-jr/ Monument Luchtoorlog Hoeksche Waard
• https://oorlogsgravenstichting.nl/personen/222413/edmund-franciszek-krzeminski

laatst bijgewerkt 15 maart 2025