
Muller, Willem
Willem Muller werd geboren op 30 augustus 1917 in Dordrecht als zoon van de sleepbootkapitein Leendert Muller (1880-1940) en van Pietje Brand (1881-1940).
Willem Muller was vrijwillig soldaat bij de Vrijwillig Landstormkorps Vaartuigendienst.
Op 10 mei 1940 bevond Willem Muller zich als stuurman-dekknecht op de sleepboot de Bona Spes II, gestationeerd bij de Veerdienst 2 C, in de haven van Moerdijk. Die morgen daalden Duitse parachutisten in de omgeving van Moerdijk en begaven zich naar de haven. Daar ontstond een vuurgevecht waarbij enkele Nederlandse militairen sneuvelden. Het lukte de Bona Spes II, die het logiesschip de Mathilde trok, om onder Duits vuur uit de haven te ontsnappen. Vol stoom stak de sleepboot het Hollandsch Diep over naar de Dordtsche Kil richting Puttershoek ‘daar Dordrecht niet meer bereikbaar was’. Omdat Willemsdorp door de Duitsers bezet was, werd een ligplaats gekozen aan de Strijense oever. In het ‘wachtje’ kregen ze order om naar Puttershoek te gaan en zich daar te melden bij de commandant van Groep Kil, kolonel J.A.G. van Andel. Onderweg werd vanaf het Eiland van Dordrecht vijandelijk vuur ontvangen, maar uiteindelijk werd toch Puttershoek bereikt.
Op tweede pinksterdag, 13 mei, kreeg de Bona Spes II, waarvan Reinier Vermeulen de schipper was, opdracht om met de Mathilde naar Oud-Beijerland te gaan. Met de Mathilde en het keukenschip op sleeptouw gingen ze op weg. Vermeulen: ‘Ik zat aan het roer. Beneden was de stuurman Muller’. Na enige tijd varen kwam de Barendrechtse brug in zicht. Vermeulen: ‘Bij de Barendrechtsche brug was Muller beneden. Daarna kwam hij boven en zei: “Ik blijf bij je, als er één getroffen wordt, is er altijd nog een ander”.’
Bij de Barendrechtse brug vonden op de 13e mei hevige vuurgevechten plaats waarbij meerdere Nederlandse militairen van het 3e Grensbataljon (3 GB) sneuvelden. Reserve-kapitein A.J. Dorreman van 2-3 GB kreeg het bericht dat een aantal schepen op de Oude Maas uit de richting Puttershoek werden waargenomen. Dorreman: ‘Niet wetende wat zich daarop bevond, werd met onze zw. mitrailleur het vuur daarop geopend, waarbij wij ook constateerden dat de Duitschers aan de overzijde eveneens het vuur op de sleep openden’.
Vanaf de Duitse zijde werd er fel op de stuurhut geschoten. Plotseling zei Willem Muller: ‘Kap ik ben geraakt’. De pijp en de stuurhut waren doorzeefd en in de boot zaten zo’n 120 kogelgaten. Achteraf werd duidelijk dat de schepen ook vanuit de heftorens van de brug waren beschoten. De Duitsers schoten vooral op de stuurhut, de Nederlanders op de waterlijn. Een uur later kwamen ze in Oud-Beijerland aan en werd Willem Muller snel naar het militair noodhospitaal gebracht. Daar overleed de 22-jarige Willem Muller op 17 mei 1940 ’s middags één uur aan zijn verwondingen.
Hij werd op 18 mei 1940 begraven op de algemene begraafplaats in Dordrecht en in 1961 herbegraven op het erehof aldaar.
De naam van Willem Muller en zijn nagedachtenis leven voort op Monument Vrij, Oud-Beijerland.
Bij Koninklijk Besluit van 9 mei 1946 werd hem postuum het Bronzen Kruis toegekend.
Dit verhaal is nog in bewerking.
Bronnen
- Dekker, Loek, e.a. Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945, Museum Hoeksche Waard (Heinenoord 2015).
- Onderwater, Hans en Jan van Mastrigt, Schetsen uit de nacht. Barendrecht 1940-1945 (Baarn 1982).
- https://oorlogsgravenstichting.nl/personen/107789/willem-muller
- http://www.zuidfront-holland1940.nl/index.php?page=muller-w-bk
Laatst bijgewerkt 28 maart 2028