
Sanderse, Dingenis
Hij werd geboren op 11 oktober 1921 te Rhenen als zoon van Dingenis Sanderse (1888-1964) en Maria Johanna Schilperoort (1893). Zijn ouders trouwden op 1 december 1915 te Dinteloord. Dies groeide op met zijn oudere broer Pieter Johannes (1915) en oudere zus Janneke (1917): zij zou trouwen met Ad Swenne. Het gezin was verhuisd naar Strijen waar zijn vader was aangesteld als commandant van politie. Dies was werkzaam als opzichter-adviseur bij vier fruitkwekerijen.
Verzet en crossing naar bevrijd gebied
Zowel vader Sanderse als Dies en broer Piet waren actief in het verzet en waar mogelijk behulpzaam in de illegaliteit. Dies en Piet waren vanaf oktober 1944 actief betrokken bij het overzetten van mensen naar het bevrijde Brabant.
Crossing naar bevrijd gebied
Op de avond van 23 december 1944 wilden in Strijen elf mannen de oversteek naar het bevrijde Brabant wagen. Bram de Jong en Jan Tolhuijs hadden een missie voor de geallieerden te volbrengen. Twee geallieerde vliegers, Ken Dugdale en Merrill Olson wilden zo snel mogelijk weer terug naar Engeland om zich te kunnen aansluiten bij hun squadron.
Naast Jan van der Heide wilden Max Lijklema, Cor Mink, Dick de Veer, Ko van Kaam en Versjaar, een jockey uit België, zich graag nuttig maken voor de geallieerden; de zgn. ‘wilde crossers’. Onder leiding van Dies Sanderse en Ad Swenne en met hulp van Jurri van der Linden werd besloten te vertrekken, ondanks de adviezen om het vertrek uit te stellen.
De groep zou te groot zijn en de overtocht was niet goed voorbereid. Het zou verstandiger zijn te wachten op Wim Boot en Wim Baars, twee ervaren crossers.
De goede adviezen werden in de wind geslagen en de groep vertrok op 24 december 1944 om 04.00 uur en al snel kwamen ze een Duitse patrouille tegen, die direct het vuur opende. Jan Hendrik van der Heide werd gedood en de rest sloeg op de vlucht.
Dies Sanders, Ken Dugdale, Jan Tolhuijs en Co van Kaam wisten het Hollands Diep te bereiken. Deze vier wisten zich de hele dag schuil te houden, maar zij vonden geen boot om voor de overtocht. Wat ze wel vonden was wrakhout waarvan ze met behulp van een stuk staalkabel een vlot maakten. Maar het vlot bleek slechts twee man te kunnen dragen. Na enig overleg werd besloten dat Jan Tolhuijs en Co van Kaamp de oversteek zouden maken.
Dies Sanderse en Ken Dugdale hoopten dat wanneer beide mannen de overkant bereikt zouden hebben, het Canadese leger wel bereid zou zijn de twee achtergebleven mannen op te halen. Dit bleek ijdele hoop. Na een nacht vol ontberingen werden ze door de Duitsers gearresteerd en met de andere, inmiddels ook gepakte crossers naar het Haagseveer in Rotterdam gebracht.
Janna Swenne-Sanderse, echtgenote van Ad Swenne en zus van Dies Sanderse moest voor haar eigen veiligheid uitwijken naar Dordrecht, zo vertelde ze na de oorlog. ‘Uiteraard probeerde ik contact te krijgen met mijn man en broer. In barre winterse omstandigheden op de fiets van Dordrecht naar Rotterdam, want het openbaar vervoer was er niet meer. Met veel moeite lukte het mij het politiebureau aan het Haagseveer binnen te komen, maar persoonlijk contact met mijn man kwam niet tot stand. Wel zag ik een keer mijn broer Dies, maar ik mocht hem niet spreken.
Via via bereikte mij een spaarzaam bericht of groet. Een zo’n boodschap was: ‘Het gaat alles goed, nood leert bidden’. Op grond van het Woord van God mag worden gezegd: ‘Een ieder die bidt, ontvangt’.’
Op 6 januari 1945 vond in Bergschenhoek een incident plaats waarbij de Duitse schildwacht Franz Schilar werd doodgeschoten. Als vergeldingsmaatregel liet SD-chef Wölk de volgende dag tien ‘Todeskandidaten’ van het Haagseveer naar de Bergweg-Zuid, ter hoogte van de Grindweg in Bergschenhoek brengen.
Op 7 januari 1945 stierf Dingenis Sanderse, 24 jaar oud, voor het vuurpeloton, evenals zijn zwager Ad Swenne, Max Lijklema en Co Mink.
Op maandag 8 januari 1945 ging Janna Swenne-Sanderse met een vriendin en een kennis weer op pad naar Rotterdam. ‘We wilden schoon goed afgeven op het Haagseveer en je hield een stille hoop op een ontmoeting’, zo vertelde ze. Wij meldden ons bij de wacht. En toen kwam er een politieagent en na enige aarzeling vertelde hij: ‘uw man en uw broer zijn gisteren gefusilleerd’.
Mijn eerste reactie was: ‘waarom, dat kan niet, dan wil ik hem zien, waar is hij?’
Na lang aandringen begeleidde de politieman ons naar de begraafplaats Crooswijk. Daar lagen tien slachtoffers opgebaard, mijn man Ad en mijn broer Dies naast elkaar.’
Aan het einde van die week werd Dingenis Sanderse, met zijn zwager, begraven op de Algemene Begraafplaats Crooswijk te Rotterdam. De familie mocht bij de begrafenis aanwezig zijn, onder voorwaarde er geen demonstratie van te maken. Zelfs op de rouwcirculaire mocht niet worden over fusilleren gesproken, aldus Janna Swenne-Sanderse.
Hoe verging het de anderen?
Jan Tolhuijs en Ko van Kaam bereikten op een vlot het veilige en vrije Brabant. Ben Beukema, Bram de Jong en Jurri van der Linden werden opgenomen in het Zuiderziekenhuis. Zij werden door de KP Rotterdam bevrijd en overleefden de oorlog.
Dick de Veer ging op transport naar Kamp Vught maar werd onderweg doodgeschoten.
Ken Dugdale en Merrill Olsen kwamen in krijgsgevangenschap terecht; zij overleefden de oorlog en keerden terug naar Canada respectievelijk Amerika. Ook Versjaar keerde veilig terug in België.
De naam van Dingenis Sanderse en zijn nagedachtenis leven voort op:
- Het monument ‘Moeder’ onder Heinenoord
- Het Monument 1940-1945 burgerslachtoffers – Strijen
- De Erelijst van Gevallenen 1940-1945 – Hal van de Tweede Kamer
- Ter herinnering aan Dingenis Sanderse is er het Dingenis Sanderseplein in Strijen
- In februari 1984 kreeg Dingenis Sanders als postume hulde het verzetsherdenkingskruis (evenals zijn zwager Adrianus Cornelis Swenne)
Bronnen
- Dekker, Loek e.a. Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945 (1995)
- Veld, Cor in ’t, Het verzet in de Tweede Wereldoorlog, Strijen in Historische Perspectief 22 (Strijen 2015)
- https://oorlogsgravenstichting.nl/personen/134041/dingenis-sanderse
Laatst bijgewerkt: 24 maart 2025