Skip to main content

Sintmaartensdijk, Leendert

Hij werd geboren op 31 mei 1906 te Goudswaard als zoon van Pleun Hendrikus Sintmaartensdijk (1865-1953) en Bastiaantje Verhagen (1867-1945). Leen woonde met zijn broers en zussen aan de Burgemeester Zahnweg A162 (later nummer 25).

Leen Sintmaartensdijk verdiende de kost als timmermansknecht bij Korvink in Goudswaard. Toen hij bijna 33 jaar was ging hij in Rotterdam werken, waar ook enkele van zijn broers en zussen woonden. Hij woonde daar in bij het gezin van zijn broer Cornelis Sintmaartensdijk, die werkzaam was als onderbaas bij de gemeente Rotterdam. Vanwege de wettelijke regel dat men daar ingeschreven moest staan waar men de meeste nachtrust genoot, werd Leen op 16 mei 1939 ingeschreven op het adres Jagerslaan 31 te Rotterdam.

Op 14 mei 1940 voerden de Duitsers het bombardement op Rotterdam uit. Onder dreiging dat dit ook met andere steden zou gebeuren, te beginnen met Utrecht, leidde de aanval op Rotterdam tot de overgave van Nederland. 

Meteen hierna begon Bernard IJzerdraat, leraar handenarbeid en schoonschrijven in Haarlem, met zijn anti-Duitse ‘Geuzenactie’. Hij verspreidde het eerste illegale blad van Nederland. Op zijn eerste vlugschrift liet IJzerdraat nog een hele reeks ‘Berichten van de Geuzenactie’ volgen. De naam ‘Geuzen’ herinnerde aan de heldhaftige strijd van de Geuzen tegen de Spaanse bezetters van de Nederlanden, in de tijd van Willem van Oranje (1533-1584). IJzerdraat begon ook een ‘Geuzenleger’ op te bouwen, wat inhield dat hij kennissen van hem overhaalde tot dat geheime leger toe te treden. Ook Leen Sintmaartensdijk sloot zich aan bij de eerste verzetsgroep die in Nederland na de bezetting actief werd. Zijn broer Cornelis zou later ook verzetsactiviteiten plegen. De ouders van de beide jongens stonden te Goudswaard doodsangsten uit vanwege de keuze van hun zoons.

Het Nederlandse verzet stond nog in de kinderschoenen. De groep kwam openlijk uit voor zijn mening en was waarschijnlijk niet voorzichtig genoeg. De Geuzengroep groeide snel, vooral in het Waterweggebied, maar ook met vertakkingen ver daarbuiten. Tot midden november van het eerste bezettingsjaar ontplooiden de Geuzen hun ondergrondse activiteiten op velerlei terrein. Vanaf dat moment werden leden van de verzetsgroep opgepakt. Leen Sintmaartensdijk werd op 19 februari 1941 in Rotterdam gearresteerd. Hij werd met een grote groep leden overgebracht naar de strafgevangenis in Scheveningen. Zij waren de eerste verzetsmensen die in deze gevangenis, die later in de volksmond werd omgedoopt tot het Oranjehotel, werden opgesloten.

Tegen de gevangen leden van de Geuzen ging op 24 maart 1941 een proces van start. Achttien leden, onder wie IJzerdraat, werden ter dood veroordeeld. Voor drie jonge leden werd de doodstraf omgezet in levenslang, in hun plaats werden drie Februaristakers naast de vijftien overige Geuzen geëxecuteerd op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte. 

Deze achttien doden kregen enkele jaren later een bijzondere betekenis. Ze werden een symbool. Dat kwam door het verzetsgedicht ‘Het lied der achttien dooden’, geschreven door Jan Campert (1902-1943, hij kwam om in het concentratiekamp Neuengamme). Camperts gedicht over de doodgeschoten verzetsstrijders werd begin 1943 als rijmprent gedrukt. Het was de eerste publicatie van De Bezige Bij, een illegale uitgeverij.

Hulp kwam te laat

Op 8 april 1941 werden 157 leden van de verzetsgroep getransporteerd naar het concentratiekamp Buchenwald, onder wie Leen Sintmaartensdijk (zijn vonnis: de doodstraf was omgezet in levenslang). Van daaruit is hij in januari 1944 overgeplaatst naar het concentratiekamp Majdanek bij Lublin in Polen. Enkele maanden later, in juli 1944, werd hij overgeplaatst naar het concentratiekamp Auschwitz. In het laatste oorlogsjaar werd dit kamp ontruimd vanwege het naderende Russische leger. Op 18 januari 1945 vertrok een gevangenentransport van ongeveer 2000 man, waartoe ook Leen Sintmaartensdijk behoorde, naar het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk. De gevangenen werden direct doorgestuurd naar het buitenkamp Ebensee. Dagelijks stierven daar honderden gevangenen door uitputting en ziekte. Op 4 en 5 mei werd het kamp Ebensee bevrijd door de Amerikaan. Voor Leen kwam de hulp evenwel te laat, hij overleed op 6 mei 1945 overleden, 38 jaar oud.

De ouders van Leen hebben nooit geweten wat er van hun zoon geworden was. In 1950 meldde het Rode Kruis in een brief aan de ouders: ‘dat moet worden aangenomen dat hij is overleden tussen 3 en 6 mei 1945’.

De ouders werden in 1944, vanwege de inundatie, geëvacueerd en kwamen in Rotterdam terecht aan de Van Malsenstraat 46b. Moeder Bastiaantje is daar op 17 februari 1945 overleden. Vader Pleub is op 26 juli 1945 teruggekeerd naar zijn woning aan de Burgemeester Zahnweg in Goudswaard, waar hij overleed op 21 oktober 1953.

De naam van Leendert Sintmaartensdijk en zijn nagedachtenis leven voort op:

  • Monument herdenking burgerslachtoffers Korendijk in Piershil

Bronnen

Laatst bijgewerkt 3 februari 2025