
Sprang-van der Mast, Tannetje van
Zij werd geboren 24 oktober 1895 te Stad aan het Haringvliet als dochter van Simon van der Mast en Wilhelmina Zwarts. Ze kwam uit een kinderrijk gezin en groeide op met zeven zussen en broers.
Tannetje leerde Marinus van Sprang (1893-1976) kennen en zij trouwden op 18 februari 1921 te Stad aan ‘t Haringvliet. Samen kregen ze zeven kinderen en ze woonden aan de Boomgaarddreef in Stad aan ‘t Haringvliet
De Duitse bezetter gaf begin 1944 opdracht om kustgebieden onder water te zetten; dit om het de oprukkende geallieerden zo moeilijk mogelijk te maken om via zee Nederland binnen te dringen. Dat betekende dat vele dorpen op Goeree-Overflakkee en ook in de Hoeksche Waard geheel of gedeeltelijk ontruimd moesten worden. Deze maatregel trof ook het gezin van Tannetje en Marinus van Sprang met hun zeven kinderen.
Zij moesten op zoek naar onderdak en kwamen in Oud-Beijerland terecht. Ze namen hun intrek in het pand Oostdijk 117 in Oud-Beijerland.
De evacuatie begon al slecht: in het huis waar het gezin woonde brak brand uit. De huisraad, meegenomen vanuit Stad aan ‘t Haringvliet, liep brand- en waterschade op. In de plaatselijke suikerfabriek kon de huisraad gedroogd worden.
Nog meer onheil
Het is 6 november 1944 en Tannetje keek, geleund over de onderdeur naar twee jongens die aan het vissen waren. Een plotseling aanzwellend geluid kwam op Oud-Beijerland af: er vlogen meerdere geallieerde jachtbommenwerpers over het Spui die hun bommen lieten vallen.
Twee bommen vielen op het wegdek van de hoek Koninginneweg en de Beneden Oostdijk, een op de Oostdijk en eentje precies tussen Piet van der Linden en Leen van Hamburg in, de twee jongens die aan het vissen waren. De jongens liepen hevig geschrokken weg.
De bom op de Oostdijk viel precies op het huis waar het gezin Van Sprang woonde en richtte een grote ravage aan. Tannetje van Sprang werd getroffen en omstanders haalden haar en zoontje Hans onder het puin vandaan. Tannetje van Sprang-van der Mast was zwaargewond en overleed een paar uur later aan haar verwondingen. Haar zoontje Hans, die met zijn moeder thuis was, werd zonder enige verwonding uit de ruïne gehaald. Er vielen nog twee slachtoffers: Pieter Hoogvliet en Johan van Waardenburg.
Tannetje van Sprang-van der Mast werd slechts 49 jaar oud en onder grote belangstelling werd ze begraven op de Algemene Begraafplaats te Oud-Beijerland.
Marinus van Sprang bleef ontredderd achter met zijn kinderen: moeder verloren, beschadigde huisraad en geen dak meer boven het hoofd. Gelukkig werd het woonprobleem snel opgelost. Een moeilijke winter volgde, tot Marinus van Sprang en zijn kinderen, in juni 1945, weer terug naar hun eigen huis konden aan de Boomgaarddreef in Stad aan ‘t Haringvliet. Het verwijderen van de modder uit het huis nam dagen in beslag. De ooit zo vruchtbare akkers zagen eruit als een grijze vlakte met zoutminnende planten. Het meest pijnlijke was wel de lege plek aan tafel.
De naam van Tannetje van Sprang-van der Mast en haar nagedachtenis leven voort bij het monument Vrij in Oud-Beijerland
Bronnen
- Dekker, Loek e.a. Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945 (1995)
- Siderius, K., Uit vervlogen dagen. Geschiedenis van dorp en polder Oud-Beijerland, bewerkt door W.P.J. Goossens en I. Schipper (Oud-Beijerland 1967)
- https://www.hvobl.nl/ Historische Vereniging Oud-Beijerland
- https://wo2go.nl/themas/slachtoffers/slachtoffers-stad-ah-haringvliet/tannetje-van-der-mast/
- https://wo2-hoekschewaard.nl/10-14-mei-1940/1940-1945-oud-beijerland-in-wo2/
laatst gewijzigd: 28 maart 2025