
Stel, Jacobus van der
Hij werd geboren op 9 mei 1921 te Maasdam, als zoon van Wouter van der Stel (1873-1955) en Aartje Molendijk (1882-1942). Koos groeide op met twee zussen: Zoetje en Lijntje en twee broers: Eliza en Cornelis. Zijn zusje Aartje overleed op jonge leeftijd in 1913 en broer Cornelis kwam om bij het bombardement op de Suikerfabriek Puttershoek, op 25 oktober 1940.
Koos werd in 1942, evenals duizenden Nederlandse mannen, gedwongen om in Duitsland te gaan werken. Deze Arbeitseinsatz was voor de Duitse bezetter een cruciale en nietsontziende manier om de oorlog gaande te houden. Koos werd in Berlijn-Tegel gestationeerd, maar welke werkzaamheden hij daar verrichtte is niet bekend.
Zijn moeder overleed op 31 december 1942 en Koos kreeg verlof om bij haar begrafenis te kunnen zijn. Dat verlof was in mei ‘43 voorbij en Koos vertrok weer op 13 mei weer naar zijn verblijf: Berlijn-Tegel, Barak 6, nummer 12. Zijn laatste bericht was van september 1944 en dit kwam uit Sonnenburg.
Wat was er gebeurd?
Dat is ook nu nog altijd een raadsel. Er was een verhaal dat, toen hij in mei 1943 weer terug moest naar Duitsland, in ‘s-Gravendeel of Dordrecht documenten, verborgen in zijn schoenen had meegenomen. Bij een controle zouden die documenten op hem gevonden zijn. Enig bewijs voor deze veronderstelling is niet gevonden.
Wel is bekend dat hij in 1943 gevangen werd genomen in Berlijn, omdat hij twaalf conservenblikjes gestolen zou hebben, die van een auto waren gevallen. Hij werd conform 4 van de Volksschädlingsverordnung veroordeeld tot 1 ½ jaar Tuchtstraf. Koos zat zijn straf uit in de Strafinrichting Sonnenburg, een oude gevangenis uit de Pruisische tijd die in 1934 werd gesloten. Vanaf de inval in Polen in 1939 werd de inrichting weer in gebruik genomen als geheim ‘Nacht und Nebel’ concentratie- en werkkamp voor vermeende Duits-vijandelijke personen uit het buitenland, bijvoorbeeld verzetsstrijders. Deze mensen moesten verdwijnen, ze hielden administratief op te bestaan.
De gevangenen werden gedwongen om in de wapenindustrie te werken onder erbarmelijke omstandigheden. Er waren zeker 1.000 of meer gevangenen gedetineerd en op 29 januari 1945 schoot, op bevel van Himmler, een SS-kommando 685 politieke gevangenen dood op de binnenplaats van de gevangenis.
Het is niet ondenkbaar dat Van der Stel een van deze slachtoffers was.
In maart 1945 veroverde het Rode Leger het concentratiekamp Sonnenburg (Na de bevrijding werd de stad toegewezen aan Polen en heet thans Slonsk). Levende gevangenen werden niet meer aangetroffen.
Van Jacobus van der Stel is na de oorlog nooit meer iets vernomen. Zijn neef Dik de Pee onderzocht archieven en deed navraag bij diverse instanties, zoals het Rode Kruis, maar duidelijkheid is er niet gekomen. Zijn lot is, ook nu nog, onbekend en aangenomen moet worden dat hij op 33-jarige leeftijd is overleden en mogelijk ergens, anoniem, in een graf rust.
Bronnen
- Dekker, Loek e.a., Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945 (Heinenoord 2015)
- https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/147717A/file/NL-HaNA_2.19.255.01_147717A_0012
laatst bijgewerkt: 5 maart 2025