Skip to main content

Thomas, David Selwyn

Selwyn werd geboren op 7 november 1924 te Swansea, Glamorganshire, South Wales, VK. Als geboorteplaats wordt ook een lokaal buurtschap genoemd, Bryn y Babell, Cwmdu.  Zijn ouders waren John Llewellyn Thomas (1891-1947) uit Swansea en Sarah Bowen (1885-1977) uit Gendron die in april 1916 in Swansea met elkaar in het huwelijk traden. 

Zijn vader was werkzaam als commercieel (administratief) medewerker bij Pontardawe Tinplate Works. 

Het echtpaar kreeg drie kinderen waarvan Selwyn de jongste was, zij oudere zus Margaret Verina (25 mei 1917-2004) en broer Ambrose Bowen (12 december 1919-1976)

Selwyn volgde zijn lagere school aan de Gendros Primary School. Hij was tevens een prima sportman en speelde zowel rugby als cricket voor zijn school en de Swansea junior teams.

Omdat zijn resultaten goed waren, werd dit bekroond met een studiebeurs, waarna hij een toelatingsexamen deed voor de Swansea Grammar School. In datzelfde jaar, 1940, werd hij lid van de Barclays Bank Ltd. waar hij junior kassier werd bij de bank in Pontardawe, gelegen in de Swansea vallei. 

Selwyn Thomas werd na een sollicitatie, met het oog op het verkrijgen van een commissie in de Royal Air Force, geschikt bevonden voor de functie van luchtmacht militair en kreeg zijn dienstnummer 169609 toegewezen. Na een training werd hij geselecteerd als verkeersleider en bevorderd tot de rang van sergeant. 

Aan het einde van zijn opleiding, in 1943,  werd hij geselecteerd voor de Royal Air Force Volunteer Reserve om een opleiding tot piloot te volgen. In eerste instantie sloeg hij deze opleiding af. 

Hij werd daarop voorgedragen om een opleiding te volgen tot officier verkeersleider bij de Royal Air Force Volunteer Reserve. Selwyn kwam hierop terug en besloot toch de opleiding te volgen tot officier vlieger.  

Tijdens deze vliegeropleiding, die hij naar alle waarschijnlijkheid net als zovelen in Canada volgde, werd hij opgeleid tot radiotelegrafist/boordschutter. Na het voltooien van deze opleiding kwam hij terug naar Engeland in de rang van P/O (Pilot Officer, 2e Lt.) en werd hij eind 1943 geplaatst in een Operational Training Unit (O.T.U.). Bij deze eenheid voegde hij als radiotelegrafist/boordschutter bij de bemanning van Paul Tooley.

Bij deze eenheid werd getraind op het vliegen met de zware viermotorige Avro Lancaster bommenwerper in het Europese luchtruim onder oorlogsomstandigheden. 

Na afronding van deze opleiding werd Selwyn, samen met zijn mede bemanningsleden geplaatst bij het operationele RAF No. 90 squadron, welke eenheid haar basis had op RAF Tuddenham in het Engelse graafschap Suffolk. Als radiotelegrafist/boordschutter maakte Selwyn vele vluchten met deze bemanning. Hij klom ondertussen op tot de rang van F/O (Flying Officer, 1e Lt.)

De laatste vlucht, crash op 16 september 1944 ter hoogte van Strijensas

Op 16 september 1944, omstreeks 21:14 uur, steeg Selwyn op van RAF station Tuddenham, Suffolk, Engeland met de overige bemanningsleden in de Lancaster Mk.1, rompcode WP-R2 voor een aanvalsvlucht naar de in Nederland gelegen Moerdijkbruggen. Van deze vlucht zou hij niet meer terugkomen.

Omstreeks 23:58 uur NL tijd stortte, de Lancaster WP-R2,  ten gevolge van een vliegtuigbotsing met een Lancaster van het RAF No. 115 squadron, neer in de geïnundeerde Stoope polder nabij Strijensas in de Hoeksche Waard. Omdat het gebied door de Duitse bezetter onderwater was gezet,  konden de lichamen van Selwyn en zijn zes mede bemanningsleden niet direct worden geborgen. Aanvankelijk werd Selwyn opgegeven als vermist na luchtoperaties in Europa. 

Na de bevrijding, in juni 1945, zei burgemeester Bolman van Strijen tegen een Amerikaanse officier dat in het buitengebied van Strijensas, nog de resten lagen van een Lancaster en dat de lichamen van de bemanning nog niet geborgen waren. Het gebied waar de stukken van de Lancaster lagen, was inmiddels drooggemaakt. 

De officier en een aantal manschappen borgen de stoffelijke resten van de bemanning, waaronder die van Selwyn. De stoffelijke overschotten van de hele bemanning werden gekist en overgebracht naar de Algemene begraafplaats ‘De Essenhof’ in Dordrecht, waar zij op donderdagmorgen 25 juni 1945 met militaire eer werden begraven in het vak Oorlogsgraven, rij A,Selwyn in graf 10, waar hij tot op heden rust. David Selwyn Thomas werd slechts 22 jaar oud. 

Op 31 mei 1946 werd in Carmarthen, South Wales, de nalatenschap van David Selwyn Thomas afgehandeld.

Zijn vader ontving £ 175, 3s, 9d.

Naschrift:

Na de oorlog, heeft mevrouw Hendrina Timmers uit Dordrecht een brief aan de burgemeester van Swansea geschreven om te melden dat ze wist van het graf van een vliegenier waarvan ze dacht dat deze afkomstig was uit Swansea. Ze legde uit dat zijn naam onbekend was, maar dat uit de administratie van de begraafplaats bleek dat hij afkomstig moest zijn uit Swansea. 

Ze plaatste ook een advertentie in de South Wales Evening Post omdat zij de naam en het adres van de vlieger wilde weten. Haar pogingen waren succesvol en in 1947 bezocht mevrouw Timmers de familie van Selwyn Thomas in Fforestfach een voordistrict van Swansea in Wales.

Ze bezocht tevens  de burgemeester van Swansea. Selwyn Thomas was ongehuwd. Hij werd overleefd door zijn ouders, zijn oudere zus, Margaret Verina Hocknell en zijn oudere broer, Ambrose Bowen Thomas. 

David Selwyn Thomas wordt herdacht op de grafsteen van het graf van John Llewellyn & Sarah Thomas op de begraafplaats bij Bethlehem Chapel, Cadle, Fforestfach. Zijn naam is bijgeschreven op het War Memorial Fforestfach.

De naam van David Selwyn Thomas en zijn nagedachtenis leven voort op:

  • Monument 1940-1945 Strijen
  • Monument Luchtoorlog Hoeksche Waard, Oud-Beijerland

Bronnen

laatst bijgewerkt: 28 februari 2025