
Vermoen – van der Sluis, Maaike
Zij werd geboren op 28 juni 1877 in Zuid-Beijerland als dochter van Abraham van der Sluis (1844-1917) en Maria Dorothea Hordijk (1840-1915). Maaike groeide op met haar broers Jan en Willem en zus Jannetje.
Op 29 september 1899 trouwde ze in Zuid-Beijerland met Willem Vermoen (1870) uit Numansdorp. Zij kregen twee dochters: Neesje Maria (1900) en Maria Neesje (1902) en woonden aan de Groene Kruisweg nr. 10 in Numansdorp. Maria trouwde op 4 mei 1939 met Hendrik den Broeder en het jonge paar trok in bij Maaike en Willem.
Haar man Willem overleed in Rotterdam op 4 april 1944.
Verhuizen vanwege de inundatie
In februari 1944 werd besloten dat grote gebieden in de Hoeksche Waard moesten worden ontruimd, vanwege de voorgenomen inundatie van het gebied. Ongeveer 65% van het eiland moest volledig worden ontruimd, waarbij circa 22.000 inwoners voor evacuatie in aanmerking kwamen. Alle geëvacueerden moesten, voor zover ze zelf geen evacuatie-adres konden vinden, via Rotterdam worden afgevoerd naar een gebied ten oosten van de lijn Amsterdam-Gouda-Dordrecht-Breda. Ook de polder Groot-Cromstrijen in Numansdorp werd geïnundeerd, waardoor Maaike, haar dochter Marie en haar schoonzoon Henk den Broeder een opvangadres moesten zoeken. Zij vonden onderdak bij het boerenbedrijf van Cornelis van Nieuwenhuijzen, gelegen in de polder Klein-Zuid-Beijerland. Deze polder hoefde niet te worden geïnundeerd en bewoners aan de noordkant van deze dijk hoefden hun huizen niet uit. Zij betrokken een huisje aan de Noorddijk B 38 (ook wel Moffendijk genoemd) in Zuid-Beijerland, later Noorddijk 8.
Tijd om naar huis te gaan
Na de bevrijding werden de doorgestoken dijken gerepareerd en werden de polders leeg gepompt. De geëvacueerden wilden zo snel mogelijk naar hun huizen terug om deze weer bewoonbaar te maken. Aan het begin van de Groene Kruisweg in Numansdorp, waar Maaike, Maria en Hendrik woonden, had het water niet zo hoog gestaan. Hierdoor hoefde er zoals op vele andere plaatsen in de Hoeksche Waard geen modder te worden verwijderd uit de huizen. Henk den Broeder wilde zo snel mogelijk terug naar huis en had twee boerenwagens geregeld voor de verhuizing. Hij werkte bij het landbouwbedrijf van Krijn Visser, aan de Middelsluissedijk te Numansdorp.
Op 23 mei 1945 was het zover. Adriaan Verhorst, die als knecht in dienst was bij Van Nieuwenhuijzen, nam plaats op de voorste van de twee aan elkaar gebonden wagens, om de paarden te mennen. De reis naar huis was op voorhand al veelbesproken geweest. Er stonden op het voorste gedeelte van de Groene Kruisweg, gezien vanaf de Rijksstraatweg, enkele huizen en een boerderij. Andere bewoners van de Groene Kruisweg waren nog niet teruggekeerd naar hun woningen. Ook de familie Mallegrom, woonachtig naast Den Broeder, was nog niet teruggekeerd. De reden daarvan was de onveilige situatie bij het gebied rond de Middelsluissedijk. Iedereen in de buurt was op de hoogte van de aanwezigheid van landmijnen in dit gebied en iedereen raadde Den Broeder af om het gebied met zijn twee wagens in te gaan. Hoewel het gebied nog niet was vrijgegeven door de geallieerden en er zelfs nog Duitse militairen bezig waren om de landmijnen op te ruimen, besloot Den Broeder dat het tijd was om naar huis te gaan.
Henk den Broeder ruimde zelf, ondanks protesten van de Duitse militairen, een afzetting met prikkeldraad op. Deze afzetting lag over de Middelsluissedijk, nog voor de afrit naar de Groene Kruisweg. Te voet wandelde hij van de afrit van de Middelsluissedijk naar de Groene Kruisweg, komende uit de richting Korteweg. Hiermee wilde hij laten zien dat er geen gevaar was. In dit gebied lagen echter geen antipersoonsmijnen, maar mijnen die voertuigen en tanks buiten gevecht moesten stellen. Deze antitankmijnen ontploften pas bij een gewicht van een paar honderd kilo. Daarom ging het al snel fout toen dezelfde route werd afgelegd met de wagens met huisraad. Door het gewicht van de voorste wagen ontplofte er meteen een landmijn, precies op de plaats waar Den Broeder kort daarvoor had gestaan. Henk den Broeder zat op de achterste wagen en overleefde de explosie. Op de voorste wagen zat Maaike Vermoen naast Adrianus Verhorst, die de wagens bestuurde.
De 67-jarige Maaike Vermoen kwam door de explosie om het leven. Adrianus Verhorst liep ernstige verwondingen op aan een van zijn benen en overleed nog dezelfde dag in het Zuiderziekenhuis in Rotterdam.
Het is aannemelijk dat Maaike Vermoen – van der Sluis werd begraven bij haar man op de Algemene Begraafplaats te Numansdorp.
Bronnen
Dekker, Loek, e.a. Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945, (Heinenoord 1945)
laatst bijgewerkt: 4 maart 2025