Skip to main content

Vervloed, Jacobus Cornelis

Koos werd geboren op 4 juni 1934 te Den Bommel als zoon van Jacobus Vervloed (1896-1983) en Elisabeth Johanna Moerenhout (1905). Zijn ouders trouwden op 21 mei 1927 in Ooltgensplaat en gingen wonen in een ‘butenhuusje’ in de Bommelse polder aan de Zandweg tussen Zuidzijde en Den Bommel op Flakkee. Koos was het vijfde kind van het in totaal zeven kinderen tellende gezin.

De  Duitse bezetter gaf begin 1944 opdracht om kustgebieden onder water te zetten; dit om het de oprukkende geallieerden zo moeilijk mogelijk te maken om via zee Nederland binnen te dringen. Dat betekende dat vele dorpen op Goeree-Overflakkee en ook in de Hoeksche Waard geheel of gedeeltelijk ontruimd moesten worden. Deze maatregel trof ook het gezin Vervloed. Zij moesten op zoek naar onderdak en kwamen in Oud-Beijerland terecht. Koos en zijn zus Antonia Maria (Tonia) werden gastvrij opgenomen door Jos Merkx, zijn vrouw en hun drie kinderen. Twee andere gezinnen in Oud-Beijerland ontfermden zich over vader, moeder en de overige broertjes en zusjes Vervloed. De vader van Koos had werk gevonden in Oud-Beijerland en probeerde als landarbeider de kost te verdienen voor zijn gezin.

Donderdag 12 oktober 1944 vlogen, ‘s morgens rond half negen, vliegtuigen van de geallieerden laag over het dorp en lieten hun bommen vallen. Het huis van Merkx kreeg een voltreffer en werd volledig verwoest. Koos, zijn zus Tonia, het hele gezin Merkx en de huishoudelijke hulp werden dodelijk getroffen door de bom.

Het verhaal van Piet van der Linden over het bombardement en de gevolgen is in 2020 gepubliceerd in het AD.
Het was op een zonnige dag, 12 oktober, rond 08.15 uur. Op de Oostkade waren leerlingen van de Ambachtsschool buiten ruim voor aanvang van de lessen aanwezig. Van der Linden (toen 13 jaar) stond met enkele klasgenoten voor de aangrenzende meelfabriek van Van Overhagen. Ernaast was het huis van de familie Merkx.

‘Op dat moment  hoorden wij het geratel van mitrailleurs, het geluid van vliegtuigen en een daverende ontploffing in het huis van Merkx’, zegt Van der Linden.
Het hele gezin kwam om, evenals de twee evacués uit Goeree-Overflakkee. ‘Een grote opstijgende stofkolom vulde de omgeving’. Meubilair belandde op straat. ‘Ik herinner me een piano die in een kastanjeboom bleef hangen’. Nu nog ziet hij de blinde paniek voor zich. ‘Iedereen vluchtte overal heen. Een medeleerling stond verstijfd van schrik tegen een boom. We namen hem mee naar binnen. Terwijl we de buitentrap naar de hoofdingang renden, viel achter de school nog een bom. We renden door, met onze schooltassen op ons hoofd. De ontploffing had de rest van de beglazing van het gebouw eruit gedrukt.’

Na het tellen van de leraren en leerlingen en het controleren op bekomen letsel, mochten alle scholieren naar huis. Voordat zijn ongeruste ouders hem in de Emmastraat zwart van het stof zagen thuiskomen, moest Van der Linden met een boog om de ravage heen en werd hij geconfronteerd met een zwaar gewonde Duitse officier, liggend op een brancard.

Onder de bevolking leefde volgens Van der Linden het vermoeden dat de geallieerden een ander te bombarderen oorlogsdoel voor ogen hadden.

Koos Vervloed, 10 jaar oud, werd met zijn zus Tonia en het gezin Merkx op zaterdag 14 oktober herdacht tijdens de Uitvaartmis in de Parochiekerk van de Heilige Antonius van Padua en vervolgens begraven op de bij de kerk behorende begraafplaats aan de Karel Doormanstraat 51 te Oud-Beijerland. Zijn ouders, broers en zussen waren daarbij aanwezig evenals vriendjes, vriendinnetjes en klasgenootjes.

bronnen:

  • Dekker, Loek e.a. Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945 (1995)
  • Siderius, K., Uit vervlogen dagen. Geschiedenis van dorp en polder Oud-Beijerland, bewerkt door W.P.J. Goossens en I. Schipper (Oud-Beijerland 1967)
  • Ooggetuige Pieter C. van der Linden vertelt over het bombardement in het AD 2020

laatst bijgewerkt: 12 november 2024