Hij werd geboren op 23 augustus 1914 te Rotterdam als zoon van Pieter Krijn Veth (1888-1964) en Johanna Cornelia Ruiten (1888-1933). Piet groeide op met drie broers en twee zussen. Zijn vader trouwde, na het overlijden van zijn vrouw, op 3 april 1935 met Jenny Heidt, afkomstig uit Fischenich (Duitsland).

Piet Veth, werkzaam in de haven van Rotterdam, trouwde op 25 mei 1938 te Rotterdam met de negentienjarige Aaltje Adriana Hameetman uit Rotterdam. Op 12 september 1939 werd hun dochtertje Cornelia Adriana geboren. Op 5 juni 1943 werd Piet Veth opgepakt door de Sicherheitspolizei in Rotterdam en op 16 augustus 1943 werd hij weer vrijgelaten. Bij zijn arrestatie gaf hij als beroep matroos op. Zijn vrijheid duurde maar kort want op 24 september 1943 werd hij weer opgepakt en in bewaring gesteld op last van de Politie President Rotterdam. Bij zijn arrestatie gaf hij als beroep op: chauffeur-hulpagent. 

Hij was in dienst bij de artillerie-eenheid van het Duitse leger in de rang van Rottenführer in het Nationalsozialistische Kraftfahrkorps (NSKK).

Oorspronkelijk een paramilitair onderdeel van de NSDAP en tijdens de bezetting een hulporganisatie en bevoorrandingseenheid voor de oorlogsvoering van het Duitse leger. Vele duizenden vrijwilligers, waaronder NSB’ers, werkten bij het NSKK en naarmate de tijd vorderde, werden ook dwangarbeiders en krijgsgevangenen ingezet. 

Binnen de familie was wel bekend dat hij er Duitse sympathieën op nahield.

Het gezinsleven van Piet en Aaltje liep niet op rolletjes. In een advertentie in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 23 augustus 1943, waarschuwt hij geen geld of goederen af te geven aan zijn vrouw, ‘daar door mij niets betaald wordt’.

Scheepsramp met de veerboten ‘Minister C. Lely’ en ‘Willemstad’ 13 november 1943

Op zaterdag 13 november rond 16.00 uur was Piet Veth in de Rijkshaven van Numansdorp opgestapt op de veerboot SS-Minister Willemstad die hem naar Willemstad zou brengen. Was hij onderweg om een opdracht uit te voeren? In willemstad stond immers een geschutsbatterij 

De veerboot naar Willemstad, de SS-Willemstad vertrok als eerste uit de haven en de SS-Minister C. Lely volgde op weg naar Zijpe, toen het noodlot toesloeg. De twee veerboten waren net vertrokken toen het RAF Squadron 198, bestaande uit 12 Hawker Typhoon jachtbommenwerpers, van de Royal Air Force basis in Manston, Kent, Engeland, een aantal schepen waaronder beide veerboten meerdere keren onder vuur nam.

Ooggetuigen verklaarden later dat een Duitse soldaat die naast de kajuit stond tevergeefs schoot op de geallieerde jagers. Die soldaat moet Piet Veth zijn geweest: hij was de enige Duitse soldaat die die dag in de regio sneuvelde.

Pieter Krijn Veth werd geraakt en overleed aan een schot door zijn hoofd en linker been. Hij werd 29 jaar oud.

Pieter Krijn Veth werd in Rotterdam begraven met Duitse militaire eer, zo vertelde zijn stiefmoeder later aan haar kleinzoon Bonno Veth. Later werd zijn stoffelijk overschot herbegraven op de Duitse Oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn (Limburg), een begraafplaats waar gesneuvelde Duitse Wehrmachtsoldaten, leden van de SS en 550 Nederlandse collaborateurs begraven liggen.

De naam Pieter Krijn Veth is vermeld op de plaquette Slachtoffers ramp met de veerboten S.S. Lely en S.S. Willemstad.

Bronnen

• Nispen, Const. van, Willemstad in de Oorlogsjaren 1940-1945
• Nootenboom, Henk, Luchtoorlog Hoeksche Waard 1940-1945 (Strijen 2015)

We voegen hierbij toe het Persbericht van de gemeente Hoeksche Waard d.d. 10 april 2025:

Monument slachtoffers veerboten Numansdorp krijgt informatiebord

Op 13 november 1943 werden de RTM-veerboten ‘Lely’ en ‘Willemstad’ beschoten door jachtvliegtuigen van de Britse Royal Airforce. Hierbij vielen 13 dodelijke slachtoffers, waaronder 1 Hoeksche Waarder. Aan de Veerweg in Numansdorp staat sinds 2015 een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers. Uit recent onderzoek is gebleken dat 2 personen die op het monument verzameld staan, samenwerkten met de Duitsers. De gemeente wil daarom bij het monument een bord met aanvullende informatie over de aanval en de slachtoffers plaatsen.

De 2 collaborateurs waren lid van het N.S.K.K. (Nationalsozialistisches Kraftfahrkorps), een nationaalsocialistische organisatie. Bovendien diende 1 van hen in het Duitse leger. De Tweede Wereldoorlog is inmiddels 80 jaar geleden, maar het feit dat Nederlanders samenwerkten met de Duitsers ligt vaak nog gevoelig. Wethouder Den Tuinder – Van Meteren (Erfgoed en Monumenten):

“Hoewel collaboratie met de bezetter een ongemakkelijk onderwerp is, is het wèl onderdeel van onze geschiedenis. Een deel van de Nederlandse bevolking koos ervoor om de bezetter van dienst te zijn, om uiteenlopende redenen. De plaquette herinnert ons aan de slachtoffers van de beschieting, waaronder -nu blijkt- ook 2 collaborateurs. Daarom kiezen we ervoor om een extra informatiebord te plaatsen bij het monument en niet om hun namen van de plaquette te verwijderen, om zo ook dit stukje geschiedenis inzichtelijk te maken.”

De gemeente Hoeksche Waard zal het bord met de nadere informatie op 13 november 2025, 82 jaar na de beschieting, toevoegen aan de plaquette. (einde persbericht).

Laatst gewijzigd 10 april 2025