Skip to main content

Wolf, Joseph

Hij werd geboren op 17 mei 1874 in Den Haag, als zoon van David Wolf (1843-1925) en Sara Sons (1837-1879). Joseph groeide op met zijn broer Levy, die vier jaar ouder was. Beide jongens verloren op jonge leeftijd hun moeder. Vader David, agent van politie, hertrouwde een paar maanden daarna met Elisabeth de Vries (1850-1943). Er werden voor zover bekend nog zeven halfbroers en halfzussen geboren. 

Joseph, meubelmaker en portier bij de Rotterdamse Bank van beroep, trouwde op 27 februari 1901 in Den Haag met Naatje Poons (-1939). Het echtpaar, wonend in Den Haag kreeg vijf kinderen; David (1901-1945 Midden-Europa), Hester (1903), Sara (1905-1946), Adèle (1907-1965) en Abraham (1909-1942 Auschwitz).

Toen zijn vrouw Naatje in 1939 overleed en de kinderen het huis uit waren verhuisde hij en trok in bij het echtpaar Machiel Izaak Walg (1861-1942) en zijn vrouw Elisabeth van Straten (1864-1942), die even verder op in dezelfde straat woonde op nummer 40. Ook Sientje Bobbe woonde bij het echtpaar Walg.

Joseph zag om hem heen dat vele Joodse familieleden en bekenden werden opgepakt, onder andere ook Machiel Walg en zijn vrouw. Joseph probeerde aan deportatie te ontkomen en via een Haagse verzetsorganisatie kon hij onderduiken in Strijen. Ton Vermeulen, van een Haagse verzetsorganisatie, bracht Joseph en Sientje Bobbe eind oktober 1942 naar zijn zwager en schoonzus Piet en Aagje Bouwman op het gemaal ‘Overwater’. Daar zouden ze veilig zijn.

Helaas, het noodlot sloeg toe. De Haagse verzetsorganisatie werd opgerold en verschillende onderduikadressen werden bekend. En zo wisten ze dat Joseph Wolf en Sientje Bobbe in Strijen te vinden waren. Op 21 juni 1943 stonden twee SD-agenten voor de deur bij Piet Bouwman. Tot hun verbazing konden ze niet alleen Joseph en Sientje meenemen maar ook de eveneens ondergedoken  Ruben van Coevorden, zijn vrouw Sophia en zus Rebekka. Ook werd Piet Bouwman gearresteerd. Onder toezicht van de SD-agenten gingen de vijf Joodse mensen en Piet Bouwman met de tram naar Rotterdam en van daaruit verder naar Leiden. Piet Bouwman werd naar Kamp Vught overgebracht. Joseph en de vier anderen werden op transport gesteld en kwamen via Amsterdam in Westerbork aan. Zij verbleven in Barak 97, oorspronkelijk een lokaal van het schooltje, maar door de grote toestroom in 1943 werd het leslokaal als slaapbarak gebruikt. Joseph Wolf, Sientje Bobbe, Ruben, Sophia en Rebekka van Coevorden wachtten in de Barak op het onvermijdelijke. Op  29 juni 1943 vertrok hun trein naar Sobibor en direct na aankomst op 2 juli 1943 werd Joseph Wolf vergast.

Joseph Wolf mocht 69 jaar oud worden en een massagraf werd zijn deel. Ook zijn zonen ontkwamen niet aan de gaskamers.

  • David, zijn vrouw Mathilde Huisman en hun zoon Joseph lieten het leven in Auschwitz in 1942 en Midden-Europa in 1944 en 1945.
  • Abraham, zijn vrouw Rachel Vroman en hun kinderen Joseph en Schoontje werden op 21 september 1942 in Auschwitz vergast.

Vergeten is Joseph Wolf niet, zijn naam en gedachtenis leven voort op:

  • Nationaal Holocaust Namenmonument, Amsterdam

Bronnen

laatst bijgewerkt: 9 januari 2025