
Burgemeester in oorlogstijd
Koningin en regering waren in 1940 gevlucht naar Engeland. De Duitsers werden nu de baas. In de zomer van 1941 schaften de Duitsers de gemeenteraden af, er was geen plaats meer voor overleg of oppositie. De burgemeester was nu alleen de baas, maar wel natuurlijk onder leiding van Duitsers. Wat moest een burgemeester (maar ook een ambtenaar of politieagent) doen? Aanblijven of ontslag nemen?
Ook de burgemeesters in de Hoeksche Waard bevonden zich, evenals hun ambtgenoten elders in het land, in een complexe en vaak moeilijke positie.
De burgemeester was verantwoordelijk voor het welzijn van zijn inwoners, maar moest ook voldoen aan de eisen van de Duitse bezetter en uitvoering geven aan tal van wetten en maatregelen. Hoe kon een burgemeester overleven in oorlogstijd?
Veel burgemeesters kozen ervoor om in functie te blijven en zetten een handtekening onder het document waarin de Duitsers de macht overnamen.
Dat betekende wel dat zij moesten meewerken aan het uitvoeren van maatregelen. Aan het handhaven van anti-Joodse verordeningen, aan het aanwijzen van arbeiders voor tewerkstelling in Duitsland of aan de ontruiming van een groot gedeelte van de Hoeksche Waard voorafgaand aan de inundatie in februari/maart 1944. Keuzes die de burgemeester in een onmogelijke positie konden brengen. Welke negatieve consequenties had de gemaakte keuze en hoe kon je subtiel verzet bieden door de uitvoering van die maatregelen te vertragen of te saboteren?
Het betekende voortdurend een balans zoeken tussen medewerking en verzet, met als doel de bewoners te beschermen, indien nodig, te waarschuwen en de schade te beperken.
Geen gemakkelijke opgave!
Hoe ging het in de Hoeksche Waard?
Dit verhaal is nog in bewerking, laatst bijgewerkt:7 maart 2025
Afbeelding Viering Koninginnedag 31 augustus, Burgemeester Diepenhorst, Oud-Beijerland