
Crash 12 augustus 1941, Strijensas
Op dinsdag 12 augustus 1941, omstreeks 09.50 LT (local time) steeg de bommenwerper van het type Bristol Blenheim Mk.IV, serienummer T2437 en code UX-Y, op van het vliegveld RAF Bodney, gelegen 7.2 km (4.5 miles) westelijk van Watton, Norfolk, England. Dit vliegveld was een satellietvliegveld van het nabijgelegen RAF Watton en werd gebruikt door RAF No. 21 Squadron en RAF No. 82 Squadron. De bemanning van de UX-Y behoorde tot de RAFVR (Royal Air Force Volunteer Reserve) en behoorde tot RAF No. 82 Squadron. Die dinsdag bestond de pas gevormde bemanning uit:
- piloot P/O (2e Lt.) Graham C. Rolland, 18 jaar
- Waarnemer P/O (2e Lt.) Hugh M. Clark, 24 jaar
- Radio-operateur/schutter Sergeant Ernest Bainbridge, 28 jaar
Het was gebruikelijk dat ‘rookies’(groentjes) voor een operationele missies een ouder en/of een gerepareerd vliegtuig toegewezen kregen. Zo ook was dit het geval met de Blenheim IV die zij voor deze missie toegewezen kregen. De T2437 was eerder dat jaar, toen deze bommenwerper was ingedeeld bij het RAF No. 101 Squadron, op 3 april 1941, vroegtijdig moest terugkeren na de start i.v.m. een defecte hoogtemeter. Hierbij bleef de bemanning ongedeerd.
De missie van 12 augustus 1941, nr. 77, was een zogenaamde ‘Circus’ operatie. Een ‘Circus’ was een aanvalsstrategie die voor het eerst werd gebruikt door de RAF vanaf januari 1941. Hierbij werd kleine formatie lichte bommenwerpers begeleid door een groot aantal jachtvliegtuigen naar strategische doelwitten in Nederland, België en Frankrijk. Alhoewel een doel in Duitsland daarvan afweek, kon gezien de opzet van de aanval op de Fortuna centrale te Quadrath en de Knapsack centrale, respectievelijk westelijk en zuidwestelijk van Keulen, deze wel als een dergelijke operatie worden aangemerkt. De vluchten werden aangemerkt als laag risico vluchten.
Teneinde de missie te laten slagen werden naast de 1e en 2e aanvalsmacht van 2.Group Blenheims, nog zes afleidings- missies uitgevoerd. Twee door hoogvliegende Engelse B-17C van RAF No. 90 Squadron die de stad Keulen zouden aanvallen en derde bombardementsvluchten naar Emden en een vierde naar het Nederlandse vliegveld De Kooij bij Den Helder. Handley Page Hampdens van 5 Group zouden daarnaast nog het Noord-Franse vliegveld bij Saint-Omer en 50 km zuidoostelijker gelegen Gosnay krachtcentrale.
De UX-Y werd ingedeeld bij Aanvalsmacht 1 met als doel de kleinere Fortuna elektriciteitscentrale in Quadrath, nabij Keulen, gelegen in de deelstaat Nordrhein-Westfalen, Duitsland.
De formatie bestond uit drie boxen van negen Blenheim IV’s waarvan er achttien werden geleverd door RAF 21 Squadron en negen door RAF 82 Squadron. Dit was één van de speciale daglicht operaties van Bomber Command in een poging Rusland te ontlasten door de Luftwaffe eenheden van het Oostfront weg te trekken.
De bommenwerpers waren voor de aanval uitgerust met twee 500 Lb bommen met een tijdsvertraging van elf seconden. Laagvliegend en op een hoogte van tussen de dertig en honderd meter, kwam de formatie omstreeks 11:45 uur boven Nederlands grondgebied. Niet zoals was bedoeld bij de Westerschelde, maar ter hoogte van het Haringvliet. Via Hellevoetsluis, Middelharnis, Den Bommel en Dintelsas vlogen de drie boxes van elk negen vliegtuigen richting de Moerdijkbruggen.
Onderwijl is de formatie nog lager gaan vliegen waarbij de maximum hoogte thans vijftig meter is.
Vliegers van het RAF No. 21 Squadron merkten op dat een aantal vliegtuigen binnen de formatie van beide squadrons werden beschadigd door opvliegende zwermen vogels. Het is niet duidelijk geworden of de UX-Y bij het aanvliegen werd beschadigd door vogelaanvaringen.
Even na 12:00 uur werd gevlogen over de polder Nieuw Bonaventura, over de Mariapolder waarna de formatie ter hoogte van het Kil, naar het zuiden afboog. De in het gebied opgestelde Duitse luchtafweer, ook wel FLAK genoemd (Flug Abwehr Kanone), opende direct het vuur. Door afweervuur, opgesteld bij de Moerdijkbruggen, werd de UX-Y omstreeks 12:10 fataal getroffen en stortte brandend in de grienden van Strijensas.
Vanwege de geringe hoogte waarop werd gevlogen maakte de bemanning geen enkele kans de crash te overleven en kwamen dan ook alle drie om het leven. Het was voor de bemanning de eerste operationele vlucht en meteen ook de laatste.
Op 14 augustus 1941 werden zij met Duits militaire eer begraven op de begraafplaats in Strijensas.
In 1946 werden de drie stoffelijke overschotten van de bemanning overgebracht naar de Algemene Begraafplaats in Strijen, Vak 2 (Oorlogsgraven), waar zij tot op heden rusten.
Bronnen
- Nootenboom, H., Op het laatste moment…Verhalen over de luchtoorlog boven de Hoeksche Waard 1940-1945 (z.p. 2001)
- Nootenboom, Henk, Luchtoorlog Hoeksche Waard 1940-1945 (2015)
- Strijen in oorlogstijd, Strijen in Historisch Perspectief 8 (Strijen 1995)
- Wüst, Wim en Hans Onderwater, One of our aircraft is missing (2002)
- Boiten, Theo ‘Blenheim Strike’, Zie hoofdstuk 7: daylight missions to Cologne’ (1995)
- Chorley, W.R. ‘Bomber Command Losses 1941’ (1993)
- Middlebrook & Chris Everitt, Martin ‘The Bomber Command war Diaries’ (2019)
- Weiss, Wilhelm ‘Ein Tag im August 1941 Der britische Tagesangriff auf die Kraftwerke Fortuna und Knapsack’ (2017)
- https://www.dmlohw4045.nl/nl06-strijen-sas-12-augustus-1940/ Monument Luchtoorlog Hoeksche Waard
- https://www.verliesregister.studiegroepluchtoorlog.nl/ahome/lossregister/results?sglo=T1170
- https://aviation-safety.net/wikibase/53238
- https://aircrewremembered.com/rolland-graham-cooper.html
- 12th August 1941, Operation 77, Target Cologne power stations. – Zoeken