Skip to main content

Scheepsramp met de veerboten ‘Minister C. Lely en ‘Willemstad

De Engelse geallieerden voerden onder de militaire codenaam Roadstead aanvallen op geringe hoogte uit op vijandelijke schepen om de vijand te storen, in de ruimste zin van het woord.

Op  zaterdag 13 november 1943 kregen twaalf Hawker Typhoons van 198 squadron RAF in Manson, Engeland de opdracht ‘harass enemy shipping in mouth of Rhine’: ‘val de scheepvaart in de monding van de Rijn lastig’.

Ter hoogte van Willemstad zagen ze in het Volkerak en het Hollandsch Diep hun doel: een konvooi vrachtschepen en twee veerboten. Na een kort bevel werd om circa 16.15 uur de aanval vanuit de bewolking ingezet. Twee formaties van elk zes jagers voerden meerdere aanvallen uit. Het Duitse luchtafweergeschut op de Willemstadse wallen, totaal overrompeld, weerde zich heftig maar de jagers werden niet geraakt.

Diverse schepen kregen voltreffers en brandden fel, een sleepboot werd tot zinken gebracht en ook de twee veerboten, die zojuist vertrokken waren uit de Rijkshaven van Numansdorp, werden vol getroffen.

De RTM-veerboot ‘Willemstad’, op weg naar Willemstad, werd doorzeefd met kogels. Kapitein van Est wist de veerboot op de beschoeiing aan de Westdijk bij Willemstad te zetten. Duitse soldaten droegen gewonden, vrouwen en kinderen, wadend door het water, aan de wal. 

De kapitein van de RTM-veerboot ‘Minister C. Lely’, op weg naar Zijpe, kon de veerboot aan de grond zetten op de Hellegatsplaat, waar deze deels uitbrandde. De vrijwillige brandweer van Willemstad was actief bij de bestrijding van de brand. 

Aan het einde van de dag werd de balans opgemaakt. Negen doden werden aan wal gedragen en voorlopig opgebaard in de Hervormde Kerk in Willemstad.

Er waren negenentwintig gewonden, waarvan vijftien zwaargewond, die in ziekenhuizen in Breda, Oudenbosch en Dordrecht werden opgenomen. Vier zwaargewonden overleefden het niet en stierven nog diezelfde dag. De meeste doden en gewonden vielen aan boord van de ‘Lely’, een Duitse soldaat sneuvelde aan boord van de ‘Willemstad’.

Drie slachtoffers waren in dienst van de RTM, te weten: machinist Dirk Cornelis de Jong, machinist Anthony Huisson en matroos/stoker Stoffel Izaak Jumulet.

Pas na de oorlog werd begonnen met het lichten van de schepen. Een eerste poging, op 18 maart 1946, mislukte en het schip de ‘Lely’ brak zelfs in twee stukken. De tweede poging lukte en de twee stukken werden naar de scheepswerf Piet Smit in Rotterdam vervoerd. Vanaf oktober 1947 voer de ‘Minister C. Lely’ weer op de lijndienst Numansdorp-Zijpe.

Onder de passagiers van de ‘Lely’ bevonden zich twee mannen die met een geheime opdracht bezig waren. Zij hadden in het Rijksmuseum in Amsterdam twee bijzondere schilderijen opgehaald en moesten die in Zierikzee afleveren. Of dit gelukt is en voor wie die schilderijen bestemd waren? Lees hier verder: Als de ‘Minister’ eens kon vertellen………..

laatst bijgewerkt: 27 januari 2025