Skip to main content

Verzet

Verzet was er in alle vormen in de Hoeksche Waard. Spontaan verzet van mensen op de Greup die Britse vliegeniers hielpen, die een gedwongen landing hadden moeten maken.

Mensen die onderduikers in huis namen, die in de hongerwinter van 1944 voedsel meegaven aan de vele mensen die op hongertocht waren en de Barendrechtse Brug trotseerden om voedsel te bemachtigen.

Mensen die de bezetters op het verkeerde been zetten door onjuiste informatie te verstrekken.

Groepen van mensen die illegale krantjes drukten en rondbrachten en verspreidden.

In Klaaswaal is Jaap Koster de drijvende kracht achter het verzet. Hij is actief in het verbergen van onderduikers, in het zoeken naar opvanglocaties voor onderduikers, joden en en mannen die zich  willen onttrekken aan de Arbeitseinsatz. Koster werd de onbetwiste leider van de LO-groep Klaaswaal.

De groep Strijen werd opgericht door Huig de Heus en Anton Perduijn en deze groep was betrokken bij de crossing ‘Kerst 1944’ met fatale afloop. De groep verstrekte voedsel aan de ondergrondse van Rotterdam en hield zich bezig met spionage voor de geallieerden.

In ‘s-Gravendeel was Anton Overhoff leiding aan de groep verzetsmensen. Hij is hoofd van het distributiekantoor, dat verantwoordelijk is voor de voorziening van stam- en bonkaarten voor het oostelijke deel van de Hoeksche Waard. Hij wist bon- en stamkaarten te bemachtigen voor onderduikers. Hij werkte nauw samen met de groepen Puttershoek en Maasdam.

In Puttershoek stond het verzet onder leiding van Wim Boot, zijn militaire achtergrond kwam zeker van pas. Er was veel afstemming en samenwerking met het verzet in Maasdam. De melkwagen van Gerrit van der Linden, van de melkfabriek, werd veelvuldig ingezet. In de tank van de melkwagen worden in het geheim onderduikers en wapens vervoerd.

In Heinenoord stond het verzet onder leiding van Wim van der Linden.

Het LO in Mijnsheerenland en Westmaas stond onder leiding van Marinus Kokke.

In Piershil richtte Klaas van Bergeijk een LO-groep op. Zijn boerderij was een schuilplaats voor onderduikers. Hij hield contact met en werkte samen met de groepen van

Nieuw-Beijerland en Oud-Beijerland
In Oud-Beijerland waren twee verzetsgroepen actief. De kleine socialistische groep onder leiding van Dirk Grootenboer en de gereformeerde verzetsgroep onder leiding van Israël Traas, de Zinkweggroep. Beide groepen werkten af en toe langs elkaar heen, maar besloten toch gezamenlijk de verzetskrant, De Koerier, te produceren en te verspreiden.

 Er was bij het verzet een grote behoefte aan wapens en de uitgestrekte polders van de Hoeksche Waard waren zeker geschikt voor wapendroppings. Samenwerking tussen de Zinkweggroep, Klaas van Bergeijk, Wim Boot en Piet Snel van Puttershoek, Klaas en Tinus van Bergeijk en Cor van Driel van Nieuw-Beijerland leidden tot 3 droppings van wapens met onder andere revolvers, handgranaten en munitie. De RAF dropte de wapens in grote containers op de vooraf afgesproken tijdstippen en plaatsen in de polders tussen Oud-Beijerland en Nieuw-Beijerland.

 Na het mislukken van operatie ‘Market Garden’ eind september 1944 en de bevrijding van Limburg en een groot gedeelte van Noord-Brabant werd de Hoeksche Waard weer frontlijngebied en na de val van Willemstad op 7 november was het Hollands Diep de militaire grens tussen de bezetter en de geallieerden. Uitwisseling van informatie, het  overbrengen van boodschappen, de crossings werden een feit. Wim Boot en Wim Baars waren de mannen die zich met de crossings nuttig maakten voor de geallieerden. In totaal ‘crossten’, ze vijfmaal heen en weer tussen bezet- en vrijgebied.

Op deze afbeelding van net na de oorlog zijn rechts containers te zien. De jongen is Ad van Bergeijk (geboren 1933), zoon van Klaas van Bergeijk. De containers o.a. gevuld met wapens en munitie werden in het najaar van 1944 door kleine vliegtuigen gedropt, de inhoud werd vervolgens verspreid over het verzet in de Hoeksche Waard.